28
januari 1999: VRI legt IT-functies opnieuw in model vast
Door:
Chris Nap. Verschenen in AutomatiseringGids nr.4
Het VRI-systeem
voor functiekwalificatie en rubricering van informatici, L_PASO
genoemd, is eindelijk klaar. Voor het kan worden toegepast in de
IT-branche, zullen we echter maanden verder zijn.
Na jaren van ontwikkeling
kon de Vereniging van Register Informatici (VRI) vorige week het L_Paso
model, (voorheen het VRI-model, daarvoor Focus-model), ten doop houden.
Het model geeft een indeling van alle werkzaamheden op het terrein van
de informatica.
De lat ligt hoog:
L_Paso, de beoogde ’standaard voor de informaticabranche’,
moet korte metten maken met de verwarring op de arbeidsmarkt, moet de
kwaliteit en professionalitieit van informatici inzichtelijk maken en
een handvat bieden voor persoonlijke ontwikkeling en certificering.
Vele pogingen
Er zijn al vele pogingen ondernomen om tot een gestandaardiseerde indeling
te komen van alle informaticafuncties. Tot nu toe zonder succes. Met
als gevolg dat werknemers die bij verschillende bedrijven hetzelfde
werk doen, in het ene geval bijvoorbeeld programmeurs en in het andere
geval systeemontwikkelaars worden genoemd. Ook voor de werving, detachering,
selectie, opleiding, beloning en de waardebepaling van medewerkers kan
een standaardindeling voordelen bieden.
Matrix
Het L_Paso-model maakt een elementaire en toepasbare indeling van het
werkterrein van informatici. De L_Paso-matrix bevat 24 cellen. Langs
de verticale as staan vier soorten werkzaamheden: ’architectureren’,
ontwikkelen, invoeren en beheren. Langs de horizontale as staan drie
systeemtypen: bedrijfsprocessen, informatiesystemen en infrastructuur.
De indeling is
gemaakt op basis van eigenschappen en karakteristieken van het werk
dat informatici doen. Omdat actuele taak- en functieomschrijvingen te
veel veranderen en er ook inhoudelijk wijzigingen optreden, bevat het
basismodel geen functies, maar aanduidingen als ’functioneel proces
ontwerp’, ’operationeel beheer infrastructuur’ en
’systeem implementatie’.
Onlangs is L_Paso
inhoudelijk getoetst en goed bevonden. De volgende fase is het concreet
invullen van de 24 cellen met functies, de eigenlijke classificatie.
De VRI is momenteel op zoek naar sponsors die het invullingsproject
met ruim 62.000 gulden willen financieren. Na invulling kunnen bedrijven,
specifieke beroepsgroepen, opleidingsinstituten, vakbonden en andere
organisaties het model in gebruik nemen. Geduld is voorlopig een voorwaarde.
Haast
De enigszins bedaagde VRI heeft zelden haast en ook nu wordt er niet
echt vaart achter gezet. Tijdens de gecombineerde nieuwjaarsreceptie
en de jaarlijkse ’kasteelontmoeting’ van de VRI, waren nog
geen veertig van de bijna tweeduizend leden aanwezig. Voorzitter Willem
Pelger zei bij die gelegenheid over L_Paso: „We hebben er lang
over gepraat, maar nu gaan we het ook doen.”
Al enige jaren
overleggen de VRI en het NGI (Nederlands Genootschap voor Informatica)
over vergaande samenwerking tussen beide organisaties onder de nieuwe
koepelorganisatie ’Spits’. De samenvoeging zal zeker nog
enige maanden op zich laten wachten. Vooralsnog wil het VRI wachten
tot Spits bestaat om dan met de nodige ’tam tam’, ook L_Paso
op de markt te zetten.
Brede invoering
Vertrekpunt van het L_Paso-model luidde in 1997 al: ’brede maatschappelijke
invoering’. Tot nu toe valt de belangstelling voor L_Paso tegen.
Hoewel er wel sponsors van het model zijn – Bank Labouchère,
Exin, Mark it, Océ Technologies, en de Postbank – staat
de branche kennelijk niet te popelen.
Toch zijn er partijen
die uitgesproken blij zijn met L_Paso. De voorzitter van het pas opgerichte
Nederlands Genootschap voor Informatie Architecten (nGIA) Steven van
’t Veld, denkt er dankbaar gebruik van te kunnen maken. „De
positie en grenzen van de werkingssfeer van onze beroepsgroep in het
informaticaveld zijn met behulp van het model duidelijk te omschrijven.
Als alle cellen in het model door beroepsgroepen worden bezet is die
inzichtelijkheid goed voor de onderlinge relaties en communicatie. Ook
aan certificatieafspraken kan dit model een mooie bijdrage leveren.”
Volgens Van ’t
Veld duurt het een en ander wel lang. „In de afgelopen anderhalf
jaar heeft het tempo te laag gelegen. Ik hoop dat het vanaf nu sneller
gaat en dat de acceptatie van L_Paso voorspoedig verloopt.
De ABN Amro is
bezig met de ontwikkeling van een nieuw functiehuis en maakt daarbij
gebruik van delen van L_Paso. De bank overweegt het model formeel te
implementeren.
Wachten
Mede door de vertraging rond de federatieve Spits en de concrete nvulling
van de functies zal de officiële ingebruikneming van L_Paso, nog
zeker enkele maanden op zich laten wachten. De VRI gaat er vanuit dat
vooral personeelsfunctionarissen veel baat zullen hebben bij het model.
Zij zouden ook nu al met de huidige versie aan de slag kunnen gaan.
Professor Jan Dietz,
bedenker van het model en bestuurslid van de VRI, wil het komende jaar
gaan kijken wat men met het model gaat doen. Zonder zijn hobbyisme had
het model er nu niet gelegen. Hij heeft voor de verdere invulling van
L_Paso zijn hoop gevestigd op de verschillende IT-’gilden’,
zoals het genootschap voor informatiearchitecten. Deze beroepsgroepen
hebben er volgens Dietz ook het meeste belang bij. „Ze kunnen
zich er herkenbaar mee positioneren.”
Vanuit de werkgroep
Cockpit, die zich bezighoudt met IT-certificering, is er volgens Dietz
weerstand tegen zijn L_Paso. Criticasters hebben volgens hem last van
het ’not invented here’-syndroom. „Mensen die zeggen
dat het model te theoretisch is, slaan de plank mis. Het model zou juist
een bruikbaar fundament kunnen zijn bij het aanbrengen van certificatiestructuren.”