Juni
2000: Architecturen in beeld: De stand van zaken
Steven van 't
Veld geeft in dit thema-intro zijn visie op de huidige stand van
zaken rond architecten en architecturen.In en rond de ICT heet haast
alles tegenwoordig architectuur. En vrijwel iedereen noemt zich
architect. We kennen software-architecten, informatie-architecten,
beveiligingsarchitecten, ICT-architecten, systeemarchitecten, bedrijfsprocesarchitecten,
datawarehouse-architecten: er lijkt geen einde aan te komen. Op
zich logisch, want als je jezelf architect noemt, kun je veel geld
verdienen. En om geld draait nu eenmaal veel in dit leven. En als
je meer kunt verdienen door jezelf architect te noemen, waarom zou
je dat dan niet doen? Wat is immers eenvoudiger dan jezelf applicatie-architect
noemen als je iets van Visual Basic of MS-Access afweet? Er zijn
toch maar weinig mensen die weten wat je echt kunt, dus wat maakt
het uit? En, zoals gezegd, het verdient goed.
Dit is natuurlijk
een nogal negatieve benadering van wat er in het vakgebied speelt. Maar
het is wel wat er gaande is. Eind 1999 vertelde een onderzoeker dat
er maar heel weinig echte architecten in Nederland rondlopen. Degene
die zich feitelijk architect mogen noemen, blijken allemaal minstens
20 jaar (of meer) ervaring te hebben. Bovendien blijkt dat er nogal
wat verschillende typen architecten zijn. Zoals een 'bouw'architect,
een binnenhuisarchitect en een tuinarchitect naar heel andere zaken
en aspecten kijken, zo blijken ook die verschillende typen architecten
binnen en rond ICT met andere zaken en aspecten bezig te zijn. De ene
kijkt naar de software, anderen naar de beveiliging, weer anderen naar
de technische infrastructuur, de bedrijfsprocessen, de informatie en
ga zo maar door. Er lijkt nauwelijks lijn in te zitten.
Architecten
en architecturen
Wat we benoemen met de term architectuur kan nog het beste aangeduid
worden met wat we met het woord 'beeld' bedoelen. De architectuur is
dan een beeld met vele facetten. Als je naar een facet kijkt, dan zie
je wat je geleerd hebt te zien, en/of wat je van belang acht. Een bancair
specialist kijkt vooral naar de bancaire aspecten van het bankbedrijf,
de fiscalist ziet datgene waar je bij de fiscus mee aan kunt komen,
de personeelsfunctionaris kijkt vooral naar de personele aspecten en
de ICT-specialist ziet de inzet van ICT. Als deze mensen zich nu elk
voor zich een beeld vormen van de aspecten die ze kunnen en willen zien,
dan zou je over een architectuur kunnen spreken. Het valt daarbij op
dat een architectuur niet alleen zomaar een beeld is, maar dat er binnen
dat ene beeld altijd vele aspecten betrokken zijn. Een goed 'bouw'architect
kijkt immers niet alleen naar het gebouw zelf, maar ook naar de inpassing
in de omgeving, het esthetische, het praktische, de specifieke wensen
van de opdrachtgever enzovoort.
Een architectuur is geen model. Je kunt een model van een aspect maken
om uit te drukken wat je ziet, of wilt zien. Zo'n model zal echter nooit
alle delen van je beeld bevatten. Probeer bijvoorbeeld gebruikerstevredenheid
maar eens te modelleren in een functioneel model van een informatievoorziening.
En dat naast onder andere effectiviteit, betrouwbaarheid, veiligheid
en cultuur. En wat te denken van aspecten als mooi, elegant of efficiënt?
Daarom drukt het woord beeld nog enigszins uit wat de term architectuur
inhoudt. Een model kan daar slechts een onderdeel van zijn.
Een organisatie heeft vele aspecten. Zoals aangegeven zijn mensen geïnteresseerd
in of opgeleid om vooral naar bepaalde aspecten in een organisatie te
kijken. Naar alles kijken is gewoon veel te veel - tenzij je dat in
zeer algemene termen doet. Van wat mensen zien vormen ze zich een beeld.
Wat ze zien en ervaren zou dan ook met de term architectuur aangeduid
kunnen worden.
Er zijn veel manieren waarop de term architectuur gebruikt wordt. En
dat heeft zich vertaald in de vele soorten architecten die we zien en
horen. Het is echter sterk de vraag of we alles zo maar een architectuur
kunnen noemen. Waarom zouden we het bijvoorbeeld over de architectuur
van een applicatie hebben? Dat is immers niets meer of minder dan een
hoeveelheid functionaliteit die op een bepaalde manier samengenomen
en beschikbaar gesteld wordt. Kun je daar de term architectuur voor
gebruiken zoals we die misschien mogelijk wel zouden kunnen gebruiken
om alle applicaties die samen de informatievoorziening van een organisatie
vormen aan te duiden? Of een architectuur van de inrichting van een
informatie-infrastructuur die een organisatie ondersteunt, dus inclusief
hardware, netwerk, systeemsoftware, gegevens en applicaties? Zijn architecturen
dan een soort Droste-doosjes, waarbij een aantal architecturen samen
een soort hoger niveau-architectuur vormen? Als dat zo is, dan is dat
zonder meer verwarrend.
de meeste
pogingen om architectuur inzichtelijk en grijpbaar te maken zijn in
complexiteit gestrand
In de praktijk zie je dat er toch wat beperkingen komen in het gebruik
van het woord architectuur. We hebben bijvoorbeeld wel gesproken over
een ICT-beveiligingsarchitectuur. Proberen we die architectuur echter
te zien, dan blijkt steeds weer dat we niet zonder een architectuur
van de informatie-infrastructuur kunnen. ICT-beveiligers doen immers
uitspraken over de beveiliging van allerlei ICT-onderdelen van die infrastructuur
en willen die ook per ICT-onderdeel aangeven. Zo worden het beveiligingsuitspraken
die gedaan worden over die ICT-onderdelen in een informatie-infrastructuur.
Beveiliging is daarmee een aspect geworden van de architectuur van die
informatie-infrastructuur, en het is sterk de vraag of je dan nog over
een beveiligingsarchitectuur kunt praten. En, daarmee samenhangend,
of er beveiligingsarchitecten zouden zijn.
Behoefte
aan duidelijkheid
De beweging die anno 2000 het meest zichtbaar is, is de behoefte om
duidelijk te zijn over de overeenkomsten en de verschillen tussen waar
iedereen met en rond ICT mee bezig is. Was het in het begin van de jaren
negentig nog min of meer geaccepteerd dat een vereniging met 2500 leden
het voor elkaar kreeg om 3000 namen van specialismen, die hun leden
opgaven, te registreren, tegenwoordig heeft men gelukkig steeds meer
moeite met zoveel namen voor die veelsoortigheid aan specialismen. Er
zijn modellen zoals het VRI-model - tegenwoordig L_PASO - ontstaan die
deze veelsoortigheid in hoofdlijnen indelen en uitkomen op 12 of 21
specialistische groepen. Het Europese CEPIS kent 43 streams. Deze streams
zijn vergelijkbaar met ICT-beroepen. De nieuwe ISO-standaard voor Conceptual
Schemas standaardiseert drie basisconcepten waarmee ICT conceptueel
kan worden gemodelleerd. Dit zijn gewenste vereenvoudigingen die ook
waar te nemen zijn in het gebruik van de termen architecturen en architecten.
Het veelvuldige en diverse gebruik van het woord architectuur laat een
voorzichtige tendens zien naar wat meta-architecturen genoemd worden.
Eén van de
eerste pogingen daartoe is de matrix die de Amerikaan John Zachman jaren
geleden introduceerde. In een groot aantal rijen en kolommen heeft hij
getracht alle relevante aspecten te vangen, zodat een model gemaakt
kan worden. Dit is als checklist bruikbaar, maar is in de praktijk moeilijk
hanteerbaar. Het vormt de basis voor het maken van modellen, niet van
architecturen. Don Tapscott heeft dit geheel vereenvoudigd. Ook hij
heeft echter voor de matrixvorm gekozen, waardoor de stap van checklist
naar architectuur nog steeds niet zonder veel kennis en een uitgebreide
interpretatie gemaakt kan worden. Naast deze mensen zijn er een reeks
andere ICT'ers die een poging hebben gewaagd om het geheel inzichtelijk
en grijpbaar te maken. De meeste van deze pogingen zijn echter in complexiteit
gestrand.
De laatste tijd komen er steeds meer pogingen van niet-ICT'ers om het
geheel in kaart te brengen. Zij hanteren vaak simpele stelregels en
uitgangspunten als:
- We weten dat
er veel architecturen kunnen bestaan om aspecten van organisaties
in beeld te brengen. Rond ICT is vooral het in beeld brengen van de
bedrijfsprocessen van belang.
- We weten dat
een organisatie altijd een informatievoorziening kent. Daar kunnen
we een beeld van vormen. Van dat beeld kunnen we een architectuur
van de informatie-infrastructuur maken. Desnoods kunnen we dan ook
nog een beeld vormen van de inzet van ICT binnen die informatie-infrastructuur.
In dat geval spreken we over een ICT-architectuur.
- We kunnen in
kaart brengen hoe de bestaande informatievoorziening de bedrijfsprocessen
ondersteunt. Omdat dit in principe een relatief simpele relatie tussen
twee architecturen is (taak versus applicatie), lijkt de term architectuur
niet van toepassing. Voor deze relatie zijn termen als strategic en
business alignment geïntroduceerd. En dat wordt vooral interessant
als we niet alleen over de huidige inrichting van bedrijfsprocessen
en informatievoorziening spreken, maar ook over de toekomstige. We
kunnen dan immers zelfs over 'een verbeterde alignment' praten, die
door een informatieplan gestuurd kan worden.
Dit is zo ver als veel organisaties nu denken. Maar als zij het hierbij
laten, blijkt snel dat ze een belangrijk onderdeel missen. En dat
deel heeft alles te maken met wat voorheen wel het voortraject van
de automatisering genoemd werd.
Wat is
informatie en wat willen we ermee?
De term informatie wordt gedefinieerd als de gegevens die in een vastgestelde
context betekenis hebben. Vaststellen welke gegevens informatie zijn
voor een organisatie betekent dat bepaald wordt welke gegevens een organisatie
nodig heeft om te kunnen functioneren. Maar dan wel 'Lean and Mean'.
Want wat moet je doen met gegevens die je niet nodig hebt? Als er daar
te veel van zijn, kunnen organisaties (en dus mensen) een gegevensinfarct
krijgen. Ze zijn dan te helpen door zo veel mogelijk niet-relevante
gegevens bij hen weg te houden. Van de andere kant gezien, een informatie-infarct
in een organisatie zou onmogelijk moeten zijn. Dat zou immers betekenen
dat een organisatie meer informatie heeft dan verwerkt kan worden. Men
heeft dan dus gegevens die men nodig heeft om te kunnen functioneren,
maar die men niet kan verwerken. We weten bijvoorbeeld wie allemaal
niet betaald heeft, maar hebben geen tijd om die informatie op te pakken
en er wat aan te doen. Zo kunnen organisaties failliet gaan...
Het vaststellen van wat informatie is, maakt het mogelijk om vast te
stellen wat je met die informatie wil, kan en moet. Dit alles wordt
als informatie-architectuur gezien.
Een informatie-architectuur brengt dus in beeld wat informatie is en
wat we daar in een vastgestelde context mee willen. De doelstelling
is vooral tweeledig:
- de inhoud van
de informatie-architectuur wordt vastgesteld met en door de organisatie,
niet door de ICT'ers: organisaties bepalen zo wat voor hen informatie
is.
- de informatie-architectuur
omvat de eisen, wensen, uitgangspunten en randvoorwaarden voor het
inrichten van de informatie-infrastructuur.
In het verlengde
hiervan zal een organisatie wel wijzer zijn dan voor te stellen om de
bestaande informatie-infrastructuur in zijn geheel te vervangen. In
de praktijk worden de te vervangen of aan te passen delen als projecten
gedefinieerd die in een informatieplan worden opgenomen. De voor een
verandering relevante inhoud van de informatie-architectuur zal dan
het bestek zijn voor het doorvoeren van veranderingen in die informatie-infrastructuur.
Meta-architectuur
Als je architecturen zo in beeld brengt, krijg je een architectuur van
architecturen: een meta-architectuur. In lijn met het bovenstaande zou
een indeling in de volgende architecturen ontstaan: de bedrijfsprocesarchitectuur
(en eventueel nog andere relevante organisatie-architecturen), de architectuur
van de informatie-infrastructuur en de informatie-architectuur. Samen
vormen die het totale beeld van alles wat rond informatie en rond ICT
speelt. En wel in hun onderlinge relatie. Zaken als alignment en governance
krijgen op die manier een plaats.
Het wordt ineens heel logisch dat een Chief Information Officer (CIO)
veel te maken heeft met een informatie-architectuur en een plaats in
de 'gebruikersorganisatie' dient in te nemen. En dat niet alleen, we
kunnen ook de modellen van L_PASO, CEPIS en vele andere plaatsen. We
zien dan ook dat functioneel beheer niet alleen voor de beheerder en
de servicemanager een rol speelt, maar vooral ook voor de CIO, de informatiemanagers
en de informatie-architect. Functionele beveiligingseisen kunnen goed
uitgewerkt worden op basis van wat we weten van informatie in de context
van de informatie-architectuur. Audits kunnen uitgevoerd worden op aspecten
die een plaats hebben binnen de respectievelijke architecturen en ga
zo maar door. Alles krijgt een plaats, en als het goed is wordt het
geheel helder en inzichtelijk.
Status
quo
In de praktijk zijn we nog niet zover als hiervoor beschreven is
Voorlopig zijn het
nog de ICT-aannemers die ICT verkopen. Zij willen geen boodschap hebben
aan de inhoud van de informatie-architectuur, want die bindt hen immers
aan handen en voeten. De gebruiker weet dan ineens precies wat hij wel
en niet wil hebben, en de ervaring leert dat die kennis de omzet meestal
enorm beperkt. Er zijn zelfs berekeningen dat als er voldoende informatie-architecten
zouden zijn (de schattingen liggen tussen de 3900 en 9500), een kwart
tot de helft van de 200.000 ICT'ers in Nederland overbodig zou zijn
bij eenzelfde werklast. Daarmee zou het zo grote en bekende tekort aan
ICT'ers meteen weggewerkt zijn.
Nou kan deze soep niet zo heet gegeten worden, want er zijn naar schatting
maar enkele tientallen informatie-architecten in Nederland. En er zijn
geen opleidingen waar zij opgeleid kunnen worden, dus het zal ook nog
wel even duren voor de behoefte voldoende ingedekt wordt.
En dat is ook wat praktijk en theorie medio 2000 laten zien. De meeste
verhalen die over architecturen gaan, zijn aangepaste versies van wat
tien of meer jaren geleden al verteld werd. In nieuwe jasjes gestoken
verhalen over methoden voor systeemontwikkeling, statistiek, ICT-technieken
enzovoort. Meestal over ICT-architecturen dus. Soms vertelt iemand een
verhaal dat niet over modellering gaat, maar over beeldvorming. Verhalen
over cultuur in organisaties in plaats van over organisatie-ingenieurs.
Maar dat soort verhalen zijn nog steeds uitzonderingen. De grote en
machtige ICT-aannemers laten zich niet onbetuigd door alles architectuur
te noemen en daarmee de werkelijkheid weg te drukken. Niet dat ze het
niet zien of weten, maar ze hebben gewoon het consigne om niet het werkelijke
verhaal te vertellen, want dat kost omzet.
Samengevat zien we dus steeds meer verhalen over architecturen. Veel
daarvan zijn in een nieuw jasje gestoken; oude verhalen waarbij bijvoorbeeld
termen als 'analyse' vervangen zijn door 'architectuur'. Verhalen over
meta-architecturen zijn er nog nauwelijks. Er ontstaan verder hier en
daar wat verhalen die de bovenstaande problemen aankaarten en waarin
voorzichtig oplossingen worden aangedragen. Kortom, we zien eerste verkenningen
van waar het bij architecturen om gaat, maar veel meer dan dat is het
nog niet.
Een troost daarbij is dat als we over de landsgrenzen kijken, we niet
veel meer zien dan wij op dit gebied doen. Verspreid over de wereld
zijn er wat mensen en organisaties te vinden die zich op de beschreven
manier met architecturen bezighouden. In vergelijking lijkt het zelfs
of wij verder zijn dan de rest van de wereld. Laten we hopen dat we
daar goed gebruik van gaan maken.
Steven F.N.
van 't Veld bc RI werkt als Principal Consultant bij A/I/M bv in Rotterdam
en is tevens voorzitter van het Genootschap voor Informatie Architecten
(GIA). E-mail: Steven.van.t.Veld@AIM.nl.