Artikel
November 2001: Overzicht trends op derde Landelijk Architectuur
Congres 2001
Tegenwoordig wordt
in de IT bijna alles een architectuur en haast iedereen een architect
genoemd. Er wordt gewerkt aan het certificeren van architecten.
In de IT kennen
we IT-architecten, informatiearchitecten, businessarchitecten, firewallarchitecten,
systeemarchitecten, beveiligingsarchitecten, projectarchitecten en ga
zo maar door. De originele betekenis van de woorden architect en architectuur
gaat in de IT een beetje verloren in een explosie van meningen, veronderstellingen
en commercie. Jammer, want de werkelijke betekenis van de woorden is
zoveel rijker dan wat er nu van gemaakt is en wordt.
De golfbeweging
in de ontwikkeling is goed zichtbaar. De initiële 'hype' lijkt
voorbij. Er kan nog niet of nauwelijks over een structurele invoering
en acceptatie gesproken worden. Architecten worden nog vaak gezien als
mensen die praten, blijven praten en die dat kennelijk ook mogen. Veel
praktische resultaten lijken die gesprekken niet op te leveren en dat
doet zwaar afbreuk aan wie ze zijn en wat ze doen. Bovendien lijkt iedere
architect uniek in zijn denkbeelden. Wildgroei dus en gebrek aan inzicht
en doorzicht.
Architecturen en
architecten worden op dit moment vooral door IT-aannemers aangeboden.
Software- en systeemhuizen bieden architecturen in allerlei vormen en
maten aan. In hoofdlijnen kunnen we ze indelen in drie groepen.
- De IT-architectuur
- De businessarchitectuur
- De projectarchitectuur
Het begrip IT-architectuur
is het 'oudste'. Het gaat om manieren van aanpak die allemaal iets met
IT en IT-systemen te maken hebben. Er wordt gesproken en gedacht vanuit
applicaties, componenten, objecten, hardware/netwerk/systeemsoftware,
(technische) beveiliging, (technisch) beheer en men tracht vaak door
te redeneren naar totaalmodellen en totaalbeelden van (delen van) IT-infrastructuren.
Steeds vaker wordt
ook over businessarchitecturen gedacht en gesproken. De IT'er heeft
behoefte om te weten hoe de business in elkaar zit en werkt. In lijn
met de gedachten van onder meer Zachman en Tapscott/Caston worden bedrijfsprocessen,
taken en werkwijzen in termen van IT en IT-systemen door IT'ers in kaart
gebracht. Belangrijk is daarbij de business alignment, ofwel de mate
en de kwaliteit van de aansluiting van IT bij de business.
Projectarchitecturen
is de derde en laatste groep. We spreken hier vooral over processen
die het projectmatig doorvoeren van veranderingen realiseren. Hier komen
we vaak in het bekende traject van systeemontwikkeling terecht, discussies
over volgende versies voor SDM, Rad, DSDM, enzovoort.
Het zijn vooral
de IT-aannemers die deze architecturen formuleren en aanbieden. De insteek
en de aandacht liggen vooral bij de inzet en het belang van IT. Men
omarmt de definitie van architectuur van IEEE 1471-2000, waar een architectuur
als een modelleerbaar systeem, een artefact met componenten en/of patronen
gezien wordt. Dit is een belangrijke reden waarom men zoveel moeite
heeft om 'de business te vinden'. IT'ers brengen daarom die business
zelf als een systeem in kaart. Voor hen is dat de beste manier om aan
te kunnen wijzen waar IT aansluit en wat de kwaliteit daarvan is of
zou moeten zijn. Architectuur is voor hen het toverwoord, het hulpmiddel
waarmee men de business kan overtuigen van het alles overtreffende en
universele belang van IT. Het 'gat' tussen IT en organisatie is en blijft
zo echter wel (te) groot.
Een goed overzicht
van deze architecturen is te vinden op het 3e Landelijk Architectuur
Congres (Lac) dat op 28 en 29 november 2001 georganiseerd wordt door
IT-leveranciers, het Serc en het GIA (www.architecture-forum.org).
Tot zover de IT-wereld.
Er zijn ook andere ontwikkelingen, nieuw en vaak nog nauwelijks doordacht,
die architecturen in een ander licht plaatsen.
De eerste komt voort
uit de behoefte om terug te gaan naar de werkelijke betekenis van de
woorden architect en architectuur. Daarbij wordt niet getracht om architecturen
in modellen of patronen uit te drukken, of om meer omzet te genereren.
Architectuur wordt gezien in termen van beeldvorming rond relevante
aspecten. Om die reden bestaat een groeiende behoefte om te weten welke
aspecten relevant genoeg zijn om een geïntegreerd beeld te kunnen
vormen van alles wat rond informatievoorziening speelt. Vanuit dat gezichtspunt
stuiten we steeds op drie aspecten.
- De organisatie
(de business) en de manier waarop deze werkt.
- De informatie-infrastructuur
die deze organisatie ondersteunt. IT, te zien als een combinatie van
applicaties, gegevens, systeemsoftware, hardware, netwerk, (technische)
beveiliging en (technisch) beheer, maakt een flink deel van deze infrastructuur
uit.
- Informatie als
bedrijfsmiddel c.q. productiefactor. Vaak worden aan dit begrip termen
als kennis en communicatie toegevoegd.
Beelden en architecturen van deze voor een informatievoorziening relevante
aspecten vormen samen weer een beeld van de architecturen in hun onderlinge
samenhang. Steeds vaker zien we dit soort 'meta-architecturen' ontstaan.
Daarbij valt op dat de opzet en inhoud op de drie genoemde aspecten
terug te voeren zijn.
Een andere trend
ontstaat rond bedrijfsprocessen. Van origine werden die ingericht door
niet-IT-specialisten met veel kennis van organisatie en bedrijfsvoering.
Zij zien nu dat IT'ers hun taak overnemen en beelden van de manier van
werken in organisaties creëren die vaak niet of nauwelijks aansluiten
bij de werkelijkheid. Zo ontstaat een beweging tegen businessarchitecturen.
Een ongelijke strijd tussen specialisten en IT'ers die de IT'ers haast
niet kunnen winnen.
Daarnaast wordt
steeds vaker over informatie als bedrijfsmiddel/productiefactor nagedacht.
In lijn met onder meer TR9007 van de International Standardisation Organisation
(ISO) wordt informatie gedefinieerd als de gegevens die betekenis hebben
in een bepaalde, afgebakende context (bijvoorbeeld een organisatie).
Het is daarbij vooral belangrijk om voor die context vast te stellen
wat informatie is en wat we daarmee willen, kunnen of moeten. Het beeld
dat hierdoor ontstaat is de informatiearchitectuur. Deze architectuur
dient optimaal te passen bij de organisatie en is leidend voor het inrichten
en veranderen van de informatie-infrastructuur die die organisatie ondersteunt.
Het probleem rond
informatiearchitecturen is dat men nog zo gewend is om in termen van
oplossingen als IT te denken dat men het een niet los kan (of wil) zien
van het ander. Toch blijkt het loskoppelen van denken in het bedrijfsmiddel
en het denken in oplossingen ook hier de enige manier om organisaties
wederom de touwtjes in handen te geven als het om 'hun' informatievoorziening
gaat.
Een volgende trend
heeft zich al eerder ingezet en heeft te maken met de volwassenheid
van het denken en handelen binnen organisaties over architecturen. De
bewegingen op dit gebied zijn echter nog beperkt en dat is ook logisch.
Immers, als nog niet duidelijk is waar we het over hebben, hoe kunnen
we dan meten wat de volwassenheid van een organisatie is?
Als laatste noem
ik de tendens om architecten te certificeren. Ook hier lopen software-
en systeemhuizen voorop. De behoefte om met certificaten aan te kunnen
tonen dat medewerkers inderdaad gekwalificeerd zijn, heeft een aantal
van de grootste IT-aannemers ertoe gebracht om eigen certificatieprogramma's
in het leven te roepen. Daarbij worden eigen regels en normen aangelegd,
die niet of nauwelijks onderling afgestemd zijn.
Het certificeren
wordt ook algemeen geïntroduceerd door het Genootschap voor Informatie
Architecten (GIA). Zij zijn bezig om afspraken over en rond architecturen
te maken. Op basis van die afspraken kunnen de kwalificaties waar architecten
aan moeten voldoen uitgewerkt worden. Kwalificeren zal daarbij vaak
opleiden en certificeren betekenen. Niet alleen op hogescholen en universiteiten,
maar ook in het postacademisch, post-HBO-onderwijs en als permanente
educatie. Met als resultaat een periodiek herhaalde certificatie op
basis van breed geaccepteerde regels. Voor certificatie zijn beroepsregels
nodig, de kwalificaties. Voor architecten is de onafhankelijke Stichting
ter Certificering van Informatie Architecten (Scia) in oprichting om
de beroepsregels voor architecten te gaan beheren.
Er wordt steeds
meer in architecturen gedaan en gedacht. Het beeld is nog diffuus omdat
veel mensen en organisaties eigen gedachten over architecturen hebben
en ontwikkelen. Zo langzamerhand begint zich wel een stabieler beeld
af te tekenen. Dat beeld is hard nodig als we uit de dreigende neergaande
tendens willen ontsnappen en naar volwassen opgezette en ingevulde architecturen
toe willen. Maar dan zullen we eerst moeten weten waar we het over hebben
en wiens discipline dat is. En daar is nog veel werk te verzetten.