25
april 2002: Harde kern VRI wil aansluiting bij NGI
Door:
Chris Nap. Verschenen in AutomatiseringGids nr.17
De jaarlijkse
ledenvergadering van de Vereniging van Register Informatici (VRI)
vorige week, droeg als ondertitel: ‘Hoe halen we de VRI uit
het slop?’
De harde kern van
de zieltogende beroepsvereniging met zo’n vijftienhonderd leden,
kwam dinsdagavond naar Nieuwegein om te brainstormen over die vraag,
op zoek naar nieuw elan. Voor de pauze, tijdens tenenkrommend huishoudelijk
en procedureel geharrewar, had de club nog sterk geleken op een oud
amechtig paard, dat omringd door hindernissen totaal de kluts was kwijtgeraakt.
Zo kwam er een voorstel ter tafel om als zelfstandige entiteit op te
gaan in die andere grote beroepsvereniging, het NGI (Nederlands Genootschap
van Informatici). Herhaaldelijk klonk zelfs de suggestie om de boel
maar op te heffen.
Het spande er dus
om. VRI-voorzitter Verhoef, zei desgevraagd te hopen dat de ledenvergadering
voldoende aanknopingspunten geeft om het vak van de informaticus meer
vorm, inhoud, gewicht en gezicht te geven. “Ik zeg het bewust
zo omdat het nu niet relevant is in welke vorm de VRI doorgaat.”
Maar na de pauze
werd het nieuwe elan toch gevonden, of in elk geval een mogelijk begin
ervan. Een conclusie aan het eind van de avond was bijvoorbeeld dat
concurrentie tussen beroepsverenigingen onzinnig is, waarmee een tijdperk
leek afgesloten. De brainstormsessies na de pauze in kleine groepjes
leverden aanvankelijk weinig nieuwe inzichten op. De kwaliteit van de
register informaticus (RI) moet verhoogd, de titel RI moet meer inhoud
en bekendheid krijgen en de vereniging moet maatschappelijk relevanter
en zichtbaar worden. Allemaal waar, maar in dit verband al eens gehoord.
Strohalm
Groepje 6 kwam uiteindelijk wèl met iets nieuws en redde daarmee
de avond. Helemaal nieuw was het overigens niet, maar het organisatiemodel
dat Ton Karelse RI, de woordvoerder van groep 6, op de flip-over uittekende,
werd enthousiast ontvangen. Als doorbraak en laatste strohalm tegelijk.
Terwijl het in feite betekent dat de VRI als zelfstandige beroepsvereniging
van Informatici ophoudt te bestaan. En door moet als onderdeel van het
NGI, wat eerder op de avond nog onbespreekbaar was.
Volgens groep 6
is de VRI er voor twee dingen: belangenbehartiging
(bij demissionair minister Jorritsma bijvoorbeeld) en het vak
van de informaticus. Voor de belangenbehartiging is er volgens
groep 6 maar één club die dat goed zou kunnen doen en
dat is het NGI. De VRI moet zich transformeren in een toetsingsorgaan
binnen het NGI, waarin het gedachtegoed van de VRI overeind blijft.
Met als belangrijkste onderdelen het register van informatici, de gedragscode,
het systeem voor permanente educatie en de geschillenkamer.
Het toetsingsorgaan
toetst of een gilde, een club van beoefenaars van hetzelfde specialisme
zoals informatiearchitecten of software-ontwikkelaars, aan de voor gilden
geldende criteria voldoet. Het gilde verleent vervolgens aan gildeleden
die ervoor opteren en aan de eisen voldoen, de titel Register Informaticus.
De RI moet om zijn titel te behouden wel aan kunnen tonen dat hij zijn
vak serieus neemt.
Het Groep 6-model
is geïnspireerd op de ideeën die al leefden binnen Spits!,
de vorig jaar mislukte poging tot de vorming van een ICT-beroepskoepel.
Ook komt veel van de werkwijze van het Genootschap van Informatiearchitecten
(GIA), in het model terug. Het GIA is een bestaande beroepsvereniging,
in feite al een gilde, maar niet binnen het NGI, waarvan voorzitter
Steven van ‘t Veld RI, niet toevallig zitting had in groep 6.
Net als Arjan van Dijk RI, bestuurslid van zowel VRI als NGI.
Het bestuur, dat
tijdens de avond zelf elke neiging tot inhoudelijke discussie de kop
in leek te drukken, heeft nu haast. Geen maandenlang gesteggel over
de voors en tegens, nee, het bestuur stelde zichzelf na afloop een keihard
ultimatum: 1 augustus moet het model zijn geïmplementeerd