2
mei 2002: Metafoor wel degelijk van toepassing
Door:
Math Dicker en Karel Lemmen. Verschenen in AutomatiseringGids nr.18
In het artikel
van Hans Mulder en Victor van Reijswoud wordt gesteld dat de bouwwereld
als metafoor niet meer toepasbaar is binnen het architectenwerkveld
in de IT. Niet alleen is deze bewering onjuist, de auteurs tonen in
hun artikel zelf aan dat deze metafoor wel degelijk van toepassing is.
Volgens de auteurs stelt de hoogleraar Hennes de Ridder dat de groeiende
complexiteit in bouwprojecten vraagt om een geïntegreerde aanpak
van projecten in plaats van een strikte functiescheiding tussen architect
en aannemer. De traditionele rolverdeling schept wel veel duidelijkheid
wanneer alle ontwerpkeuzes vaststaan, maar op het moment dat in de bouwwereld
steeds nieuwe eisen worden gesteld aan de locatie, begint de traditionele
projectvorm zijn beperkingen te tonen. De beide auteurs merken dan op
dat het markant is dat ook juist informatiseringsprojecten zich vaak
kenmerken door steeds veranderende eisen en technologie en komen dan
tot de conclusie dat als we echt iets willen leren van de bouwwereld,
dan is het wel dat een optimale samenwerking niet bevorderd wordt door
het plaatsen van schotten in de communicatie. Een mooiere tegenspraak
in een betoog kan men eigenlijk niet tegenkomen, immers er valt blijkbaar
wel het een en ander te leren van de bouwwereld.
Het is jammer dat
de auteurs in het vervolg van het artikel, waar ze het hebben over de
mythe van het toepasbaar zijn van de lessen uit de bouwwereld, vergeten
het onderscheid te maken tussen kaderstellende architecten en systeemarchitecten.
Voor kaderstellende architecten die principes, standaarden en modellen
maken voor een stelsel van informatiesystemen, is de metafoor van stadsplanning
wel degelijk goed toepasbaar. Ook dan moet, zoals steeds, kritisch omgesprongen
worden met deze metafoor. Als de auteurs zouden stellen dat het verwerpelijk
is als met metaforen niet kritisch wordt omgegaan, kunnen wij dit zeer
zeker onderschrijven. Wij denken dat daar in de praktijk een probleem
schuilt en dat daar ook een wezenlijke taak ligt voor het onderwijs
binnen ICT-opleidingen. Met het kritisch omgaan van de bouwmetafoor
van zowel stad als gebouw, kan men naar onze ervaring heel veel verduidelijken
in het onderwijs over ICT-architectuur en het helpt de studenten om
veel zaken snel en goed te begrijpen.
De auteurs pleiten
er vervolgens voor om de bouwwereld te verlaten en het heil te zoeken
in informatie- en communicatietheorieën. Dit is natuurlijk een
mooie gedachte en zeker zal daaruit voordeel te behalen zijn, maar we
zijn toch wel erg benieuwd hoe hieruit onderwerpen als security-architectuur,
applicatie-architectuur, patterns en architectuur-raamwerken te halen
zijn. Om over het organiseren van het werken onder architectuur maar
niet te spreken. De bouwmetafoor is hierbij wel behulpzaam, onder andere
door de parallel met een afdeling bouw- en woningtoezicht (architectuurcentrum)
en het introduceren van een bouwvergunning (projectstart-architectuur).
Kortom niet het toepassen van een metafoor is voldoende, maar vooral
het kritisch toepassen van een metafoor en het ontdekken waar de grenzen
liggen. Een bekend boek over dit onderwerp is van George Lakoff en Mark
Johnson: ‘Metaphors We Live By’.
Victor van Reijswoud
en Hans Mulder pleiten vervolgens voor nog meer onderzoek in het kader
van ICT. Naar onze mening is dat niet de enige kern van de problematiek.
Wat we regelmatig constateren is dat er niet kritisch met allerlei metaforen
en onderzoeksresultaten wordt omgegaan. Dat heeft meer te maken met
een houding van toepassers dan van een gebrek aan onderzoek. Wij pleiten
dan ook voor nog meer expliciete aandacht in het onderwijs voor het
kritisch omgaan met aangeboden theorieën en metaforen. Vakken zoals
wetenschapsleer kunnen hierbij een rol spelen. Het zou mooi onderzoek
zijn na te gaan hoe het architectuurbegrip voorkomt in de bouwwereld,
muziek, schilderkunst, literatuur en andere domeinen. Ook een historisch
onderzoek naar principes, hun rol en veranderingen zou zinvol zijn.
Zo was er bijvoorbeeld in de antieke oudheid voor toneel een principe
dat er eenheid moest zijn van tijd, plaats en handeling. Wellicht is
er een domeinoverstijgend begrip van architectuur. Wij zijn daar zelfs
zeker van. De ICT-wereld grijpt echter steeds naar de bouwarchitectuur
en stedenplanning, waarschijnlijk is dat onvoldoende.
Drs. Math
Dicker en dr. Karel Lemmen zijn werkzaam bij de faculteit Informatica
van de Open Universiteit Nederland