6
februari 2003: ICT-sector heeft behoefte aan duidelijkheid
rond functies en opleidingen
Door:
Chris Nap. Verschenen in AutomatiseringGids nr 6
De beroepspraktijk
en het informaticaonderwijs zijn niet goed op elkaar afgesteld.
Bovendien bestaat er enorme diffusie rond de inhoud van de veelheid
aan functies in de sector. Klanten zijn het inmiddels spuugzat,
weet Steven van ‘t Veld, die zich inspant voor een heldere
omschrijving van ITfuncties.
Volgende week reikt
de Stichting ter Certificering van Informatie Architecten (SCIA) de
eerste certificaten uit aan vijftig architecten in de informatievoorziening.
Steven van ‘t Veld is de drijvende kracht achter de SCIA en het
Genootschap van Informatie Architecten (GIA). Met anderen is een start
gemaakt om te komen tot heldere en werkbare afspraken over en rond informaticaberoepen
voor de praktijk en het onderwijsveld. Die zijn heel hard nodig, want
Van ‘t Veld ziet donkere wolken samenpakken boven de ICTsector.
Men zou hem naïef kunnen noemen omdat hij probeert wat al jarenlang
onmogelijk is gebleken. Maar de markt eist nu transparantie. Men wil
weten welke kwaliteit mag worden verwacht als een bepaald label of beroepskwalificatie
wordt gebruikt.
Wat is er op de arbeidsmarkt voor informatici aan de hand?
"De ITsector
is tegen een recessie aangelopen. Maar ook als de wereldeconomie niet
was ingestort, had de ITmarkt rake klappen opgelopen. Uit onderzoek
is gebleken dat elke euro die in de verbetering van de ITinfrastructuur
van een onderneming wordt gestoken, de al torenhoge exploitatielast
alleen maar hoger maakt. Het is logisch dat dit soort inzichten een
aarzeling om te investeren teweegbrengt. Zo’n aarzeling zorgt
voor grote aantallen overtollig personeel. Bovendien is het nadelig
voor de concurrentiepositie van Nederland.
Daarnaast weten
we in de informatica nog steeds niet goed wie we zijn, wat we doen en
hoe we het doen. Zelfs de beroepsverenigingen weten niet eenduidig welke
beroepen en welke niveaus van beroepsuitoefening er zouden moeten zijn.
Onze wereld bestaat uit vele groepen individuen die van zichzelf weten
wat ze doen. In de praktijk kon tot voor kort iedereen denken dat hij
of zij uniek is en zichzelf een hoge(re) standaard aanmeten. Bij bedrijf
één heeft dezelfde functie een andere naam als bij bedrijf
twee. Afnemers weten al helemaal niet waar ze aan toe zijn op dit punt.
Door de combinatie worden de gevolgen van de economische malaise, de
investeringsaarzeling en de diffuse chaos in het beroepsveld alleen
maar erger."
Wat is
er mis binnen de informaticaopleidingen?
"Binnen het Hoger Beroepsonderwijs bestaat geen duidelijk beeld
van welke mensen in de praktijk gevraagd worden en hoe het informaticaberoepenveld
eruitziet. Er worden modieuze studies bedacht om studenten aan te trekken,
maar de inhoud is vaak een wassen neus. Afgestudeerden merken dat ze
niet zonder meer een plaats in de praktijk kunnen vinden. Er bestaat
maar weinig
Programmatische
afstemming tussen de HBO’s en de universiteiten onderling. Daar
komt nog bij dat de commerciële druk van de derde geldstroom op
het onderwijs ontoelaatbaar groot geworden is. Al met al holt de kwaliteit
van het Nederlandse informaticaonderwijs achteruit.
Werkgevers zijn
niet in staat duidelijke eisen aan de schoolverlaters te stellen. Elk
bedrijf hanteert immers eigen functiebenamingen en stelt eigen eisen.
Afhankelijk van de in een bedrijf aanwezige kennis varieert zo’n
eisenpakket vaak aanzienlijk. Zowel aan de kant van de bedrijven als
aan de kant van de opleidingen ontbreekt een goede structuur en stratificatie
in de informaticaberoepen. Communicatie tussen beide zijden berust te
vaak op toeval."
Waarom
heeft de duidelijkheid over de beroepen en opleidingen in de informatica
zolang op zich laten wachten?
"Er zijn in het verleden al talloze pogingen gedaan het
beroepsveld in kaart te brengen. Combo bijvoorbeeld [De Commissie Beroepsontwikkeling
van het Nederlands Genootschap voor Informatica (NGI), red.] heeft sinds
1982 verschillende rapporten gemaakt over de taken en functies in de
informatica. Maar het laatste rapport uit 2001 bestaat uit een veelheid
van taakclusters en rollen, persoonlijke en vaktechnische competenties
en domeinen en bedrijfsprocessen. Het is een uitgebreid werk met voor
ieder wat wils, maar het geeft niet de ordening waar om gevraagd wordt.
Eén van de oorzaken waarom het allemaal zo lang duurt, ligt bij
de softwarehuizen. Zij willen zich liever niet conformeren aan heldere
en toegankelijke afspraken omdat zij in een diffuse wereld meer geld
kunnen verdienen door eigen oplossingen aan hun klanten te verkopen.
Wie is dan immers nog je concurrent? Standaardisatie en een eenduidige
functiedefinitie gaan ten koste van omzet. Voor het onderwijs geldt
dat professoren graag zelf hun geld besteden, vaak aan eigen ‘hobby’s’.
Het heeft Nederland in feite aan voedingsbodem voor verandering ontbroken."
Wat moet
er nu gebeuren?
"Toen de VRI [Vereniging van Register Informatici, red.] jaren
geleden naar het beroepenveld keek, bleek dat 2500 Nederlandse IT’ers
in staat waren drieduizend verschillende beroepsnamen en specialismen
op te geven. Dat moet terug te brengen zijn tot ongeveer vijftien categorieën.
Het is niet zo moeilijk om dat raamwerk aan ITberoepen en functies
te maken. De SCIA is daarmee begonnen en heeft het voor de Architecten
klaar. De systematiek van SCIA kan ook door anderen worden gebruikt.
De Netwerk Gebruikersgroep Nederland en het NvBI [Nederlandse Vereniging
van Beëdigde Informaticadeskundigen, red.] zijn net als SCIA, bezig
hun terrein in kaart te brengen.
We doen er verstandig aan aansluiting te zoeken bij Europese ontwikkelingen
binnen Cepis [Council of European Professional Informatics Societies,
red.] waar dertig landen al een stuk verder zijn dan wij.
Vervolgens is er
consensus in de informatie en ITsector nodig en zal het breed
geaccepteerd moeten worden.De tijd van het open schootsveld voor de
leveranciers is voorbij. Hun klanten begrijpen te goed wat er aan de
hand is. Daarom zal commercie plaats moeten maken voor eerlijk vakmanschap.
De huidige economische malaise zal de aanzet zijn tot helderheid in
de sector. Dat het kan lukken is al gebleken: toen begonnen werd de
vijftig architecten die volgende week hun certificaat krijgen, te beoordelen,
deed het aangeleverde materiaal vermoeden dat ze allemaal iets anders
deden. Uiteindelijk bleken ze allemaal aangemerkt te kunnen worden als
informatiearchitect, ITarchitect of ITbusinessarchitect."