6
november 2003: ICT-architect wil te veel
Door:
Peter van Lith. Verschenen in AutomatiseringGids nr.45
De functie
van ICT-architect staat ter discussie. Is zijn werk te vergelijken
met dat van een bouwkundig architect? Er bestaat wel degelijk verschil,
concludeert Peter van Lith. ICT’ers proberen te veel van alles
verstand te hebben en dit komt de kwaliteit van de toepassingen
vaak niet ten goede. Zij moeten meer overlaten aan bedrijfskundigen
en interaction designers.
Vanaf het begin
van de introductie van computers is het begrip architectuur in gebruik
in de ICT-wereld. Hier wordt dan vooral een technische structuur mee
bedoeld die tot doel heeft tot betere standaards, uitwisselbaarheid
en onderhoudbaarheid te komen. Met name de ontwikkeling van herbruikbare
componenten staat hierin centraal, met als voornaamste doel kosten te
besparen en de ontwikkelingstijd te bekorten.
De rol van architectuur
hierin is de ontwikkeling van algemeen aanvaarde manieren van bouwen
en implementeren van systemen. Design patterns, component architectures,
nieuwe standaards, allemaal zijn ze gebaseerd op een visie, vastgelegd
in een architectuur.
Steeds vaker zien
we dan ook functieomschrijvingen waarin het woord ‘architect’
voorkomt. We kennen nu al de ICT-architect, de data-architect en de
business-architect. In de Verenigde Staten zien we functies als chief-architect,
enterprise-architect, strategic-architect, network-architect en software-architect.
Zijn deze beoefenaars van het vak ICT mensen die een architectuur bedenken
of zijn het functies die te vergelijken zijn met die van een bouwkundig
architect?
Spraakverwarring
Het ICT-vak wordt vaak vergeleken met de bouwwereld. Het is niet voor
niets dat de term architectuur zo vaak wordt gebruikt. De vraag is echter
of de vergelijking tussen de bouwwereld en die van de software-ontwikkeling
wel valide is. Van de functie van architect worden in de ICT twee tegenstrijdige
interpretaties gegeven, die een spraakverwarring veroorzaken. Architectuur
wordt meestal gebruikt om een technische infrastructuur te beschrijven,
en met een architect wordt iemand bedoeld die een technisch solide raamwerk
voor een te bouwen systeem ontwerpt.
Een bouwkundig
architect is iemand die, rekening houdend met de kennis over constructies,
materialen, standaards en bouwmethoden, een ontwerp maakt voor een gebouw
dat er niet alleen goed uit moet zien, maar waarin plezierig gewerkt
of geleefd kan worden en dat een betrouwbare kwaliteit heeft. Daartoe
begeleidt de architect het project vanaf het ontwerp tot en met de oplevering.
Hij is dus tegelijkertijd ontwerper, kwaliteitscontroleur en projectbegeleider.
Deze traditionele rol van de architect begint ook in de bouwwereld geleidelijk
aan te veranderen, vaak veroorzaakt door de wens tot productieverhoging
en kostenbeheersing. Vanuit zijn kennis en ervaring zorgt de architect
ervoor dat er een oplossing komt waarin de doelstellingen van de klant
in balans worden gebracht met de beschikbare financiële middelen
en de vereiste kwaliteit.
Deze interpretatie
van een architect is veel breder en heeft juist geen technische betekenis,
maar is meer gericht op het realiseren van een goede functionaliteit.
Deze brede interpretatie van de architect kennen we in de ICT veel minder.
In het ICT-vak wordt onder het begrip ‘ontwikkelen onder architectuur’
dus iets technisch verstaan, dat veel meer te maken heeft met de manier
waarop de toepassing wordt gebouwd en onderhouden dan de eisen die aan
de totale toepassing worden gesteld.
Er heerst grote
verwarring over de betekenis van architectuur in de ICT-wereld, getuige
het groeiende aantal functies met het woord ‘architect’
erin. Het is van groot belang om duidelijkheid te krijgen over de betekenis
van de rol van architect in ICT-toepassingen.
Professionals
De afgelopen eeuw heeft de industriële revolutie op dramatische
wijze afgerekend met de ambachten en gilden en deze vervangen door een
tweetal nieuwe disciplines, de ingenieur en de arbeider. De ingenieur
is een goed opgeleide theoreticus die veel afweet van productieprocessen
en een geheel proces of een apparaat kan ontwerpen. De arbeiders zijn
goed geschoolde uitvoerders die ervaring hebben met het bouwen van dingen.
Deze tweedeling heeft bij de opzet van massaproductie zijn nut gehad
maar zorgt er nu vaak voor, dat ingenieurs leren om vooral op theoretische
basis dingen te ontwerpen. Er is in de werktuigbouw de laatste jaren
een trend zichtbaar om naast het theoretisch ontwerp en het bouwen van
simulatiemodellen ook daadwerkelijk prototypes te maken, omdat het besef
groeit dat de praktijk maar al te vaak verrassingen in petto heeft,
die voor een goed ontwerp een groot verschil kunnen maken.
De vakman, die
tegelijkertijd ontwerper en uitvoerder is, is op veel plaatsen uit onze
maatschappij verdwenen, maar in de ICT is dit juist de gangbare manier
van werken. Vakmensen als bakkers, advocaten en vioolbouwers bijvoorbeeld
onderscheiden zich doordat ook zij zo’n tweedeling niet kennen.
Dergelijke groepen worden vaak gekenmerkt als ‘professionals’.
Software-ontwikkelaars maken vaak het ontwerp en zorgen tegelijkertijd
voor de uitvoering. Daar is op zich niets mis mee, maar daardoor ontstaat
er wel een begripsverwarring omdat de rolverdeling, zoals die bij de
bouwwereld bestaat in de ICT dus nauwelijks voorkomt.
Het gevolg hiervan
is ook, dat er een te grote kloof is ontstaan tussen de software-ontwikkelaars
en gebruikers. Er is niemand, die expliciet de rol heeft toebedeeld
gekregen om de wensen van de gebruiker goed te verwoorden, dat wordt
in de meeste gevallen direct aan de gebruiker zelf overgelaten. Met
andere woorden, het gebouw dat er goed moet uitzien en waarin plezierig
geleefd en gewerkt moet worden, is ondergeschikt gemaakt aan de uitvoering.
Ontwikkelaars willen zich eigenlijk vooral concentreren op het neerzetten
van een solide en goed onderhoudbaar ICT-gebouw.
Wat in de ICT ontbreekt
is een manier om de rol zoals die van de bouwkundig architect, op een
andere manier in het ontwikkelingsproces te integreren. De laatste tijd
wordt de rol van interaction designer naar voren geschoven, om de interactieve
aspecten van een systeem goed te ontwerpen en af te stemmen met de gebruiker,
maar daarmee wordt maar aan een enkel aspect van het geheel gewerkt.
Met benaderingen als extreme programming en agile methods worden de
kwaliteit van de software-ontwikkeling en de businessaspecten wel meer
benadrukt, maar opnieuw vanuit een technische achtergrond, de klant
moet zelf de functionele aspecten in de gaten houden.
Psychologie
Veel ICT-projecten mislukken en meestal is de oorzaak gebrekkige communicatie
of verschil in kennis tussen de ontwikkelaars en beoogde gebruikers
van een toekomstig systeem. Ondanks dat, proberen ICT’ers nog
steeds om alle aspecten van de ontwikkeling van een toepassing te controleren
en te beheersen. De scheiding van functies die in veel andere beroepen
is doorgevoerd is in de ICT nog ver te zoeken.
Als we de bouwkundig
architect als voorbeeld nemen, zien we dat er globaal gesproken een
drietal aspecten zijn waar de aandacht op is gericht:
- Een gebouw moet
er aantrekkelijk uitzien.
- Het moet de functies
voor de gebruiker goed vervullen.
- Het moet goed
en solide zijn gebouwd.
Ook in de ICT kennen
we dezelfde drie aspecten. We zien echter dat ICT’ers te veel
proberen al deze aspecten zelf uit te voeren. De toepassingen zijn vaak
te complex om in de meeste gevallen uitsluitend door ICT’ers uitgevoerd
te worden. ICT-beoefenaars zullen moeten leren, dat belangrijke aspecten
van een toepassing veel beter kunnen worden opgezet door mensen met
een niet-technische achtergrond.
De vormgeving en
de manier waarop een gebruiker met een systeem omgaat heeft veel meer
met psychologie te maken en heel weinig met techniek. Daarom kan dit
deel van het ontwerp van een systeem veel beter worden overgelaten aan
interaction designers, die zowel de gebruikersinterface als de manier
waarop gebruikers met een systeem omgaan kunnen beoordelen en ontwerpen.
Het vak van interaction designer is vrij jong en omvat het totaal van
alle aspecten die van belang zijn voor het goed kunnen werken met het
beoogde systeem. Hieronder valt onder meer ook de definitie van de functionele
eisen die aan het systeem gesteld moeten worden.
Om te kunnen bepalen
wat een gebruiker nodig heeft om de bedrijfsfuncties goed te kunnen
vervullen, zijn bedrijfskundigen beter toegerust omdat die vanuit hun
opleiding een goed inzicht hebben in de businesskant van de toepassing
en een goede gesprekspartner vormen voor de gebruikers van een systeem.
Het terrein van
de ICT’er omvat voornamelijk het derde deel, het goed en solide
bouwen van de toepassing. Daarvoor is het nodig een goed inzicht te
hebben in de beschikbare technieken, bouwstenen of componenten en het
kiezen van een technische opzet die betaalbaar is en solide genoeg is
om dit gedurende de beoogde levenscyclus van het systeem op een aanvaardbare
manier operationeel te houden.
All-round
Voor veel kleine projecten is het echter niet haalbaar om drie verschillende
disciplines in te zetten, nog afgezien van de overhead aan communicatie
die dat kan veroorzaken. Daarom is het nuttig als er meer all-round-ICT’ers
zijn die voldoende verstand van alle drie de aspecten hebben om te kunnen
bepalen wanneer het inschakelen van een specialist gewenst is. Voor
grotere projecten is het echter zonder meer aan te raden ervoor te zorgen
dat alle disciplines in voldoende mate beschikbaar zijn.
Vooral in Amerika
zien we de opkomst van de business-architect en de enterprise-architect,
die zich niet langer meer concentreren op technische zaken maar veel
meer bepalen wat de functionaliteit van een systeem moet zijn en hoe
de klant of de gebruiker de beste oplossing krijgt. Hewlett Packard
en Microsoft samen hebben een programma opgezet ter certificering van
deze ICT-architecten.
In Nederland kennen
we de SCIA, die informatiearchitecten certificeert en waarbij de rol
van de ICT-architect overeenkomt met die van een bouwkundig architect.
De GIA, het Genootschap van Informatie Architecten is een vereniging
van verschillende ICT-informatiearchitecten.
In 2004 start Daan
Rijsenbrij aan de Katholieke Universiteit Nijmegen een opleiding van
ICT-architecten. De nadruk ligt op de rol van de architect in ICT-projecten
ten opzichte van de gebruikersbehoefte, analoog aan die van een bouwkundig
architect (zie
Automatisering Gids 3 oktober).
Kloof
Kortom, de rol van een ‘echte’ architect in de ICT zou vergelijkbaar
moeten zijn met die van een bouwkundig architect: het in kaart brengen
en goed afstemmen van de gebruikerseisen en het begeleiden van een compleet
project van ontwerp tot oplevering, waarbij kennis van materialen, componenten
en technieken een belangrijk aspect is.
Het is van groot
belang dat bij de opleiding van zowel ICT’ers als van interaction
designers en bedrijfskundigen aandacht wordt besteed aan de specialismen
van die verschillende vakgebieden. ICT’ers zal geleerd moeten
worden welke aspecten van interaction design tot een ander vakgebied
dan de ICT behoren en wat de rol is van een bedrijfskundige en waarom
die functies bij voorkeur niet door ICT’ers moeten worden vervuld.
Tegelijkertijd is het nuttig om interaction designers en bedrijfskundigen
meer vertrouwd te maken met de specifieke vakkennis van de ICT’er
om op die manier tot een betere afstemming van de verschillende vakgebieden
te komen.
Voor een dergelijke opzet zijn momenteel bijna geen opleidingen en er
is met zo’n benadering onvoldoende ervaring. De verschillende
soorten ‘architecten’ die de ICT momenteel kent zijn vaak
vakmensen, die een verregaande vorm van specialisatie voorstaan, maar
waar het vakgebied momenteel veel meer behoefte aan heeft zijn generalisten
met voldoende kennis, inzicht en overzicht om de klant te geven wat
hij nodig heeft. Een eerste poging om deze benadering te introduceren
is de functie van businessarchitect, maar we hebben ook al jaren een
businessanalist en ook die heeft niet gebracht wat er eigenlijk noodzakelijk
is.
Het wordt daarom
tijd dat er een algemeen gerichte opleiding komt, waarin de verschillende
disciplines wordt geleerd hun terreinen duidelijk af te bakenen en de
communicatie onderling en met de klant beter af te stemmen. Hierdoor
kan de kloof tussen de technisch gerichte ontwikkelaars en hun klanten
worden verkleind.
Peter van Lith
RI is sinds 1964 werkzaam in de ICT. Hij is zelfstandig adviseur,
opleider en ontwikkelaar en lid van de toelatingskamer van de VRI.
Links:
• Worldwide Institute of Software
Architects
• The Architect
Exchange
• Resources for Software
Architects
• Global Enterprise Architecture
Organization
• SCIA
• GIA