20
november 2003: IT-Beroepsgroepen kunnen na jaren touwtrekken
nog steeds niet door een deur
Door:
Ester Schop. Verschenen in AutomatiseringGids nr 47
In tegenstelling
tot de leveranciers zijn de beroepsgroepen binnen de ICT niet of
nauwelijks georganiseerd. Het werkveld is onoverzichtelijk en versnipperd
en het lukt de verschillende vak- en beroepsverenigingen maar niet
om op een lijn te komen.
‘Samen Sterker’,
luidde het thema op de eerste conferentie van de ITB, de samenwerkende
Nederlandse IT Beroepsgroepen, vorige week donderdag in Leersum. Volgens
Foppe Vogd, mede-initiatiefnemer van het ITB, heeft de Nederlandse ICT’er
lang genoeg moeten wachten op een platform van IT-beroeps- en vakverenigingen.
"De diverse beroepsgroepen kennen een aantal gemeenschappelijke
belangen betreffende professionalisering en profilering en belangenbehartiging
naar de markt, de overheid en het onderwijsveld. Ook zijn er synergievoordelen
te halen op het gebied van kennisuitwisseling en netwerken. Wij moeten
de krachten bundelen, daar waar het voor de verenigingen toegevoegde
waarde heeft", stelt Vogd. Hij schat dat 10 tot 15 duizend van
de ongeveer 200 duizend IT’ers die ons land telt zijn aangesloten
bij het ITB. Vogd: "Dat is 5 tot 7,5 procent van het beroepsveld.
We missen dus een grote groep, helaas."
Sinds eind vorig jaar hebben zich negen verenigingen aangesloten bij
het ITB, te weten: GIA (Genootschap van Informatie Architecten), GvIB
(Genootschap van Informatie Beveiligers), Isaca (Information Systems
Audit and Control Association), ISPG (Information Services Procurement
Group), Itsmf (IT Service Management Forum), Nesma (Nederlandse Software
Metrieken Gebruikers Associatie), NGN (Netwerk Gebruikersgroep Nederland),
NVBI (Nederlandse Vereniging van Beëdigde Informaticadeskundigen)
en Testnet (platform voor kennis op het gebied van testen van IT-producten).
Dat is een hele mond vol, maar de twee grootste verenigingen - het NGI
(Nederlands Genootschap voor Informatica) en de VRI (Vereniging van
Register Informatici) - weigeren zich voorlopig bij het platform aan
te sluiten.
Idee gestolen
"In het begin volgden wij de ontwikkelingen rondom het ITB op de
voet en overwogen wij mee te doen. Wij wilden ons register zelfs openstellen
voor alle deelnemende verenigingen. Kort na ons voorstel kwamen zij
opeens met twee werkgroepen op de proppen: certificering en permanente
educatie. In feite hebben zij ons idee gewoon gestolen. Toen hoefde
het van ons niet meer", reageert Arjan van Dijk, secretaris van
het NGI, dat momenteel zo’n 3500 leden telt.
Zijn grootste bezwaar tegen het ITB is dat de initiatiefnemers handelen
uit eigenbelang. "De oprichters willen er zelf beter van worden.
Dezelfde mensen die Spits [het vorige initiatief om de ICT-beroepsverenigingen
samen te laten werken, red.] naar de knoppen hebben geholpen proberen
nu ITB op de kaart te zetten."
Volgens anderen sneuvelde Spits enkele jaren geleden mede door de arrogante
opstelling van ‘de grote twee’ (NGI en VRI). "Zij zien
zich als pater familias. Dat pikten ‘de kleintjes’ niet",
aldus Steven van ‘t Veld, voorzitter van het GIA en initiatiefnemer
van het ITB.
Vogd praat liever niet over het verleden. "Ik kijk liever naar
de toekomst." Volgens hem zijn de VRI en het NGI welkom. "Ze
kunnen zo aanschuiven." Even later voegt hij daaraan toe: "Het
ligt nogal gevoelig. Tot drie jaar geleden waren zij veruit de grootste
verenigingen. Inmiddels zijn er nieuwe clubs ontstaan en zijn andere
verenigingen qua omvang snel gegroeid. NGI en VRI zullen het speelveld
moeten delen met andere partijen en dat is nieuw voor hen. Het is een
grote stap om opeens gelijkgesteld te worden met anderen."
Geen formele
structuur
Het ITB heeft nog geen formele structuur. Elke beroeps- of vakvereniging
die deelneemt wordt vertegenwoordigd door twee bestuursleden met mandaat.
Geen enkele vereniging kan voorafgaand aan deelname voorwaarden stellen.
"Formele structuren leiden snel tot onnodige en verstorende discussies.
Ik heb geleerd in het verleden dat van bovenaf iets opleggen niet werkt.
Ons motto is ‘niks mot, alles mag’", vertelt Vogd,
die toegeeft dat het nog een stuk professioneler en beter kan. "Maar
het begin is er."
Erg gevoelig
De oprichters van ITB denken dat het NGI en de VRI zich uiteindelijk
aan zullen sluiten bij het ITB. "Het ligt gezien het verleden erg
gevoelig en het heeft nog wat tijd nodig, maar op een gegeven moment
moet het besef dat iedereen gebaat is bij een overkoepelend platform
ook bij hen komen", aldus Van ‘t Veld.
Volgens NGI-secretaris Van Dijk is zijn vereniging al jaren doordrongen
van het nut van één belangenclub. "Maar zolang dezelfde
mensen blijven zitten, is het NGI er niet bij gebaat zich aan te sluiten.
Bovendien brokkelt het platform al weer af, want een bestuurder van
Itsmf heeft mij verteld dat ook zij plannen hebben terug te treden uit
ITB."
Bij Itsmf was directeur Johan Scheepstra, tevens afgevaardigd bestuurslid
van de beroepsvereniging voor servicemanagers in ITB, wegens verplichtingen
in het buitenland niet bereikbaar voor commentaar.