8
april 2005: Informatie-architect definieert zich
Door:
Kim Loohuis. Verschenen in Computable
Eigen blad
moet beroepsvereniging GIA aantrekkelijker maken
Het GIA (Genootschap voor Informatie Architecten) is bezig met een
groeispurt. Dat is mede te danken aan de nieuwe koers en het blad
I&A dat onlangs het levenslicht zag.
"We zijn eind
jaren negentig ontstaan uit de Nggo", legt voorzitter Wouter Paul
Trienekens uit. Dat was een vereniging van bedrijven die methodes voor
softwareontwikkeling op een hoger plan wilden krijgen. De Nggo (Nederlandse
Gebruikersgroep voor Gestructureerde Ontwikkelingsmethoden) was vooral
in de jaren tachtig en begin jaren negentig actief. In de tweede helft
van de jaren negentig vond een kanteling plaats naar een methodischer
kader voor softwareontwikkeling. "Het werd belangrijker om de uitoefenaars
te ondersteunen in plaats van complete bedrijven." Daarmee was
de geboorte van het GIA (http://www.aim.nl) een feit. "We zijn
een vereniging van uitoefenaars van het beroep van architect in de informatievoorziening",
aldus Trienekens.
Kennis uitwisselen
Iedereen mag lid worden van het GIA, maar de vereniging richt zich op
zijn doelgroep. "Daarbij gaat het om zowel de aspirant-informatie-architect
als de informatie-architect", zegt penningmeester Ruud van Vliet.
Eén van de doelen van de vereniging is het bieden van een platform
waar informatie-architecten kennis uitwisselen. "Zo moet voor iedereen
duidelijk worden waar Abraham de mosterd haalt", zegt Van Vliet.
Het genootschap organiseert onder andere tien keer per jaar een evenement.
Op zo'n avond wordt een relevant onderwerp van twee kanten belicht,
legt Van Vliet uit. "Enerzijds kijken we dan met een architectuurblik
naar een onderwerp en anderzijds met de blik van de klant of gebruiker."
Het GIA kent momenteel
twee werkgroepen. Aparte namen daarvoor zijn er nog niet. "We verwijzen
ernaar met 'intern' en 'extern', waarbij de interne groep vooral kijkt
naar wat een informatie-architect moet kunnen en de externe groep naar
wat een informatie-architect te bieden heeft", legt Trienekens
uit. Leden ontvangen sinds kort het nieuwe blad van het GIA. "Gemaakt
voor en door informatie-architecten", klinkt het in koor. Op dit
moment denkt het genootschap nog na over een forum. "Dat hadden
we, maar daar werd weinig gebruik van gemaakt. Het is ook de vraag of
we dat op onze eigen site willen gaan doen, wellicht zijn daar betere
kanalen voor", zegt Trienekens.
"Wat leden
nog meer aan ons hebben, naast het bovenstaande", vult Van Vliet
aan, "is dat het GIA vertegenwoordigd is in de ITB (IT Beroepsgroepen,
red.). We behartigen de belangen van de informatie-architect waar dat
nodig is."
Certificering
Momenteel opereren er twee partijen in de markt voor certificering van
de beroepsgroep, de Scia (Stichting ter Certificering van Informatie-Architecten)
en het Eria (Europees Register Informatie-Architecten). "Op dit
moment is het vakgebied bezig zichzelf te definieren. Daar werken wij
als GIA natuurlijk aan mee. De Scia is een organisatie die volgens de
vastgestelde regels certificeert. Het Eria is een organisatie in oprichting,
die volgen we met belangstelling", zegt Trienekens.
Een beroepenveld
dat zichzelf nog aan het definiëren is, en twee organisaties die
op basis daarvan certificeren of dat nog moeten gaan doen, dat klinkt
chaotisch. "Dat valt wel mee", aldus Van Vliet. "Op basis
van de huidige kennis van het beroepenveld is certificering heel goed
mogelijk. Daarbij leveren beide organisaties juist een bijdrage, want
hierdoor versnelt het uitkristalliseringproces. Wij kunnen als beroepsgroep
bepalen welke soorten architecten er bestaan. De Scia en het Eria kunnen
op basis daarvan vervolgens certificeren."
Andere instanties
waar het GIA nauw mee samenwerkt zijn het NAF (Nationaal Architect Forum)
en de werkgroep Architectuur van het NGI (Nederlands Genootschap van
Informatici). "We hebben allemaal onze eigen vereniging en doelstellingen,
maar één gezamenlijk doel: de maatschappelijke acceptatie
van de informatie-architect. Daarin steunen we elkaar en werken we samen",
aldus Trienekens.