28
September 2006: IT-architecten zijn nog lang geen beroepsgroep
Opinie
van: Steven van 't Veld. Verschenen in Automatisering Gids nr. 39, 2006
Reactie op de volgende
artikelen:
Martin
van den Berg, voorzitter van de afdeling architectuur van het Ngi
pleit terecht voor een beter imago van de IT-architect (AG nr 36),
zo stelt Steven van ‘t Veld.
Van den Berg heeft gelijk als hij zegt dat bij het aanschaffen (procurement)
van IT geen keiharde IT-architectuur in de aanvraag opgenomen moet zijn.
Sterker nog, elke uitspraak die de inrichting van de technologie zelf
beperkt kan geld kosten. Natuurlijk zal een organisatie precies moeten
aangeven welke informatie zij op welke plaats, op welk tijdstip en van
welke kwaliteit beschikbaar zou willen krijgen.
Maar zodra je je
gaat bemoeien met de manier waarop de applicaties geprogrammeerd worden,
de databases gestructureerd zijn, de systeemsoftware werkt, het netwerk
in elkaar zit, welke hardware er moet komen enz. beperk je de IT-aanbieder
in zijn mogelijkheden. En daarmee ga je voorbij aan de ervaring van
die IT-aanbieder en aan wat die al heeft en mogelijk opnieuw kan gebruiken.
Als je je bij de functionele vraag houdt en zo min mogelijk rond het
hulpmiddel en de inrichting daarvan eist, mag je verwachten dat de leverancier
sneller, goedkoper en met hogere kwaliteit passende oplossingen kan
aanbieden.
En natuurlijk zijn
IT-aanbieders (supply-organisaties) bezig om zoveel mogelijk geld aan
hun klanten te verdienen; bijvoorbeeld door zo weinig mogelijk kosten
te maken. En dat is op zich ook niet erg, het is het normale vraag &
aanbod spel. Als vragende organisatie zal je er goed voor moeten zorgen
dat je precies vaststelt en afspreekt wat je af te nemen services zijn.
De kwaliteit daarvan zal uiteindelijk bepalen welke prijs ervoor betaald
moet worden, en dan zal je als vragende organisatie zelf zo slim moeten
zijn om vast te stellen of de geboden prijs/kwaliteitsverhouding acceptabel
is. Je zult daarbij natuurlijk ook altijd een marge aan leveranciers
moeten gunnen omdat zij het anders niet overleven.
Grappig in het
vraag- en aanbod-denken is dat de functie van architect ineens heel
helder wordt. Als we architecten zien als de meest ervaren mensen die
het overzicht hebben en die weten waar het naartoe gaat, dan is het
geheel dus een kleine groep van de zwaarste mensen die we in de informatie-
& IT-sector hebben. Bij de IT-aanbieders zien we de IT-architect
(de mensen die weten hoe je een IT-infrastructuur inricht) en de Enterprise-(IT-)architect
(de mensen die bij de organisatie passende IT-oplossingen (alignment)
in het geheel van het IT-landschap weten in te passen).Aan de vraagkant
spreken we over informatie, niet over IT. Degene die daar de kennis
en ervaring van opbouwt wordt de informatiearchitect genoemd. Het is
de informatiearchitect die de organisatie kan helpen als die vraagt
om IT-aanbiedingen. Je ziet in de praktijk dat de informatiearchitect
de discussie met, meestal, de enterprise architect van de IT-aanbieder
aangaat om te zien hoe het aangebodene het beste past bij de vraag van
de organisatie. Een expliciete invulling van het aanschaf/procurement
traject dus, waarbij de discussie tussen beide architecten de aanbieding
van services door de IT-aanbieder inhoud geeft.
Informatiearchitect
(een informatiekundige, geen IT-er) is een functie die in de organisatie
zelf vervuld zal moeten worden. Als daar geen kennis en ervaring voor
in huis is, dan kan natuurlijk ad-interim iemand ingehuurd worden. Deze
interim-mensen zullen dan wel ingezet worden om het expliciete eigendom
van de informatie van een organisatie voor die organisatie te beheren.
De kennis van die informatie is immers de enige manier waarop die organisatie
echt zelf kan bepalen en controleren wat ze aan hulpmiddelen willen
hebben, en uitgeven. Het beheer en gebruik van die kennis en ervaring
kan je dan ook onmogelijk outsourcen.
In die lijn betekent
het ook, dat interim-mensen die de rol van informatiearchitect op zich
nemen niet voor IT-aanbieders kunnen/mogen werken (of in welke mate
dan ook aan IT-aanbieders verbonden mogen zijn). Je huurt toch ook geen
autoverkoper in om je vervoersproblematiek in kaart te brengen. Of een
kantooreigenaar om je optimale huur van je kantorengebouwen vast te
stellen. Om diezelfde reden huur je ook geen IT’er/IT-aanbieder
in om je informatie behoefte vast te stellen en te beheren.En daarmee
is onafhankelijkheid een cruciaal begrip geworden. We spreken hier over
informatiekundigen die ongebonden/onafhankelijk van IT-aanbieders aan
de vraagkant de kennis van de informatie van een organisatie opbouwen
en beheren.Organisaties die dit aanbieden bestaan trouwens nog vrijwel
niet in de markt, Vrijwel iedereen heeft zich, expliciet of impliciet,
openlijk of stiekem, wel aan een IT-aanbieder ge-/ver-bonden. En als
ze er al zijn, dan zijn het eenlingen of heel kleine organisaties die
zo werken.
Ik denk dus niet
dat er al duizenden architecten zijn. Verwacht wordt dat in Nederland
alleen al binnenkort 30.000 IT’ers zich architect in de informatievoorziening
zullen noemen, maar 20 of meer jaren vakervaring tover je nu eenmaal
niet in een paar maanden of jaren in je functioneren. Pas als dat allemaal
goed in orde is kan een certificering van betekenis worden voor zowel
de mens als voor de markt; we kunnen dan immers echt laten zien wat
we kunnen en wie we zijn. Certificering is dan ook geen diploma halen
(zoals in de VS enz.), of, en dan wordt het echt gevaarlijk, een persoonlijkheidstest
afleggen.
Maar ook hier heeft
Van den Berg wel gelijk: zo lang iedereen zijn eigen invulling kan geven
aan de titel architect en er nieuwe voorvoegsels bij kan verzinnen lijken
we nog niet rijp voor het aantonen van de betekenis van de beroepsgroep.