November
1999: ICT taskforce
Zie
ook dit Word document
Veranderen is de
tegenwoordige manier van leven. Vooral in de informatisering en de automatisering
is dit de orde van de dag. In deze column wordt vanuit het zich vormende
vakgebied rond informatie-architecturen ingegaan op aangedragen stellingen.
De bedoeling is dat op deze stellingen gereageerd wordt zodat discussies
ontstaan over en rond informatisering en automatisering. Het onderstaande
is door de auteur op eigen titel geschreven en dient niet gezien te
worden als de mening van het GIA.
Op 19 oktober jongstleden
heeft de door het Kabinet ingestelde ICT Task Force gerapporteerd. De
opdracht luidde acties te definiëren die helpen de groter wordende tekorten
aan ICT'ers op te lossen. Samengevat stelt de ICT Task Force in het
rapport 'Deltawerkers voor de digitale delta' het volgende:
'Er
is een sterk groeiend tekort aan ICT'ers (elk jaar 15.000 ICT'ers
meer tekort). Dit tekort wordt veroorzaakt doordat de instroom uit
het onderwijs en andere beroepsgroepen niet voldoende is. Dit tekort
wordt als ernstig gekwalificeerd. Om op korte termijn oplossingen
te bieden wordt voorgesteld om nieuwe en productieve verbindingen
tussen onderwijs en bedrijven te leggen. Verder dient een effectiever
gebruik gemaakt te worden van het schaarse arbeidspotentieel. Concreet:
- Verbeter
het imago van en de beeldvorming rond ICT zodat meer mensen ICT'er
willen worden.
- Zorg
dat meer vrouwen en allochtonen in de ICT gaan werken. School
vluchtelingen in de ICT en versoepel de regels voor het krijgen
van werkvergunningen voor ICT'ers die van buiten Europa naar Nederland
komen.
- Zorg
voor meer en beter ICT onderwijs. Zorg ook voor ICT-onderwijs
in niet-ICT-onderwijs.'
Als je deze aanbeveling
oppervlakkig leest, lijkt er een oplossing geboden te worden voor een
moeilijke situatie. Verdiep je je echter in de materie, dan val je snel
van de ene verbazing in de andere. Dan is plotseling helemaal niet duidelijk
meer wat nu het probleem is, en wat de oplossing. De vraag rijst dan
snel wat er aan de hand is. Slaat de commercie hier ook al toe? Laten
we eerst de feiten eens op een rij zetten.
De ICT Task Force
is in mei 1999 ingesteld op basis van aanbevelingen in het rapport 'Werken
aan ICT'. Dit rapport is in maart 1999 uitgebracht door het ministerie
van Economische Zaken (onder Vos-nr: 24R95). De basis voor dit rapport
was het onderzoeksrapport 'Onderzoek tekort aan informatici' (dd. december
1998), dat door PricewaterhouseCoopers in opdracht van dat ministerie
is opgesteld.
In het onderzoeksrapport
van PricewaterhouseCoopers wordt een ICT'er gezien als iemand die in
de ICT werkt, ongeacht of hij/zij informatica gestudeerd heeft. Men
schat dat er in 1998 in totaal 170.000 ICT'ers waren. De onderzoekers
schatten dat dit aantal per jaar met 21.900 ICT'ers zou moeten groeien.
Voor deze groei worden redenen als het millennium, de introductie van
de euro en, mede vanwege deze twee redenen, een in te halen hoeveelheid
achterstallig werk opgegeven. Meer redenen worden gevonden in dat er
technisch steeds meer mogelijk wordt en dat de systemen steeds complexer
worden. Deze situatie wordt als gelijksoortig gezien met de situatie
in een aantal andere landen.
Verder wordt gesteld
dat er in 1998 in totaal 6400 ICT'ers bij komen, en dat dit getal in
2003 opgelopen is tot 12.750. Met een groei van 21.900 per jaar levert
dit dus een groot tekort op. Dan wordt geconcludeerd dat er meer mensen
opgeleid zullen moeten worden om dit tekort in te dekken. Men stelt
voor dit te doen door ICT te introduceren in niet-ICT-opleidingen, de
opleidingen aantrekkelijker te maken voor vrouwen, door her- en bijscholing,
door instroom van ICT-talent uit het buitenland en het door de overheid
laten ontwikkelen van functieprofielen.
In het onderzoeksrapport
blijkt de huidige groei in een rechte lijn geëxtrapoleerd te worden.
Dit is verbazingwekkend omdat door diverse mensen toch een kentering
van deze groei voorspeld wordt. In het rapport zelf wordt nog wel iets
gezegd over de conjunctuurgevoeligheid van de ICT-dienstverlening, maar
daar wordt verder geen rekening mee gehouden. De huidige hoogconjunctuur
kan kennelijk niet stuk. Het is dan ook aanvechtbaar of de situatie
op deze manier gepostuleerd mag worden.
Het rapport van
PricewaterhouseCoopers is het resultaat van een aanvullend onderzoek.
Dat onderzoek is uitgevoerd om de constatering van de Adviesraad voor
Wetenschaps- en Technologiebeleid te staven dat er in Nederland een
structureel tekort aan informatici is. In het rapport 'Werken aan ICT',
waarvan het onderzoeksrapport een onderdeel is, staat verder dat het
Kabinet het eens is met de constatering van de Adviesraad. Zij spreken
daarbij uit dat er meer samenwerking en betere afstemming tussen bedrijven
en onderwijs dient te komen. De overheid zal daarbij katalyseren. Als
oplossingen zag het Kabinet in maart al:
- Verbetering van
het imago van ICT
- Het beter aansluiten
van de opleidingen op de arbeidsmarkt
- Het betrekken
van nieuwe doelgroepen bij de ICT.
Op basis van deze
constatering is daarom de voornoemde ICT Task Force ingesteld. Het in
de opdracht geformuleerde doel was om 'publiek-private projecten te
initiëren die een oplossing moeten bieden voor het groeiende tekort
aan ICT'ers'.
Onder leiding van
Ton Risseeuw, voorheen topman van Getronics, kwalificeert de ICTTask
Force in 'Deltawerkers voor de digitale delta' het tekort aan informatici
dus als ernstig. De inzet van ICT wordt gezien als de centrale voorwaarde
om in de mondiale economie een onderscheidend concurrentievoordeel te
kunnen behouden. Het tekort wordt zelfs nog hoger geschat dan in het
rapport 'Werken aan ICT': 30.000 mensen per jaar meer nodig, met een
instroom van 3000 per jaar.
De drie voorgestelde
projecten (imagoverbetering, omscholing en onderwijs) ontlokten de mondelinge
reactie van ministers Jorritsma en Hermans dat de ICT-industrie rijk
genoeg is om hier zelf in te investeren. Misschien niet geheel onterecht.
Deze opzet en aanpak kan immers ook heel goed gezien worden als de basis
voor een puur commerciële activiteit: geld verdienen voor bedrijven
die ICT en/of ICT-diensten verkopen.
De verbazing begint
in feite al met de inhoud van het PricewaterhouseCoopers-rapport. Zij
hebben een directe extrapolatie van de huidige groei gerapporteerd.
En dat is eigenlijk ongelofelijk als je kijkt naar wat er in werkelijkheid
aan de hand is.
De praktijk leert
dat er op dit moment, afgezet tegen de resultaten, gemiddeld veel te
veel geld en energie aan de inzet van informatie- en communicatietechnologie
wordt besteed. Een belangrijke reden daarvoor is dat nauwelijks structureel
nagedacht wordt voordat men ICT aankoopt. Hoe vaak komt het niet voor
dat men allerlei software heeft die dezelfde functionaliteit biedt?
Hoe vaak komt het niet voor dat minder dan 20 procent van de functionaliteit
van de software gebruikt wordt? En hoe vaak komt het voor dat heel veel
moeite gedaan wordt om achteraf na te denken over aansluitingen tussen
software die, als men dat vooraf op een rij had gezet, helemaal niet
moeilijk zou zijn geweest? Hoe vaak komt het niet voor dat het ontwikkelen
van software twee, drie keer of soms zelfs meer dan tien keer zo duur
is als van tevoren ingeschat was? Of ten aanzien van wat het eigenlijk
had moeten kosten?
In deze situatie
wordt dan een rapport uitgebracht dat de huidige praktijken direct extrapoleert.
Het stelt bovendien dat er een steeds groter tekort ontstaat en ontstaan
is aan mensen die kennelijk op dezelfde kosten- en energieverslindende
voet door moeten gaan. Men onderkent daarbij overigens wel een vraag
naar meer contextbewuste informatici. Kennelijk geen mensen die structureel
nadenken over informatie in organisaties, maar mensen die zich bewust
zijn van de context van een informatievoorziening. Mensen die dus weten
hoe ze technologie naar organisaties kunnen vertalen. Dat komt neer
op het aloude: we hebben een oplossing en daar vinden we het probleem
bij.
Architecten
als oplossing
Laten we eens op
een totaal andere manier rekenen. In Nederland kennen we naar schatting
enkele tientallen ervaren informatie-architecten. Deze specialisten
zorgen ervoor dat wat een organisatie aan ondersteuning door ICT nodig
heeft, eerst goed op een rij wordt gezet. En wel zonder dat over de
inzet van die technologie zelf nagedacht wordt. Zij maken de bovengenoemde
twee, drie, tien of meer keer zo dure inzet van ICT regelmatig mee.
Er is dan ook geen behoefte aan meer contextbewuste ICT'ers, er is een
grote behoefte aan mensen die kunnen neerzetten wat informatie in een
organisatie is. Zij kunnen met die kennis voor organisaties echt onderhandelen
met ICT-leveranciers. En zo kunnen de kosten van de inzet van ICT vaak
drastisch teruggebracht worden. En dat alleen omdat we precies, of in
ieder geval goed genoeg weten wat aangeschaft moet worden.
Om een voorbeeld
te geven: waarom zouden ICT'ers bedrijfsprocessen in kaart moeten brengen
als een organisatie om software vraagt? Bestaat er dan geen gilde meer
van organisatiespecialisten die daarvoor opgeleid zijn? Sterker nog,
een ICT'er denkt in andere structuren dan iemand die geleerd heeft wat
een bank, een verzekeringsmaatschappij of een producent van consumer
electronics is. ICT is een oplossing voor problemen in de informatievoorziening,
een middel. Een organisatie kan maar beter eerst zelf uitzoeken wat
ze nu werkelijk nodig heeft voordat ICT'ers vertellen hoe een en ander
georganiseerd dient te worden zodat de technologie goed aansluit!
We rekenen nog wat
verder. De praktijk leert dat de verhouding informatie-architect - ICT'er
in een organisatie zo tussen de 1 op 20 en 1 op 50 ligt. Dat wil zeggen
dat een ervaren informatie-architect het werk van gemiddeld 20 tot 50
ICT'ers kan aansturen. Met de bovenstaande overschrijdingen in het achterhoofd
zou daardoor het werk van die ICT'ers naar verwachting met minimaal
25 tot 50 procent kunnen afnemen. Informatie-architecten kunnen er immers
voor zorgen dat minder inzet van ICT nodig is. En zij kunnen er ook
voor zorgen dat wat er aan ICT ingezet wordt beter op elkaar aansluit,
en dus veel eenvoudiger te onderhouden is. Als je met dit soort factoren
rekening houdt, zijn er bij een gelijkblijvende totale werklast dan
wel prestatie feitelijk minder ICT'ers nodig dan nu. Niet meer, zoals
nu aangenomen wordt. Dus ook geen groeiend tekort.
Dit soort cijfers
is op dit moment praktisch niet realiseerbaar. Er zijn immers maar enkele
tientallen ervaren informatie-architecten. Er zouden er, uitgaande van
170.000 ICT'ers, 3400 tot 8.500 nodig zijn. En die mensen zouden dus
25 tot 50 procent van het werk van ICT'ers wegnemen (nogmaals: bij gelijkblijvende
werklast/prestatie). Daarbij komt nog dat de huidige informatiesystemen
gemiddeld gewoon niet goed in elkaar zitten: te groot, te veel aangepast
en aangebouwd, verouderd enzovoort. En voordat we dat alles weggewerkt
hebben zijn we een groot aantal jaren verder...
Maar waarom wordt
geen rekening gehouden met dit soort kwalitatieve argumenten? Wordt
het geen tijd om mensen te gaan scholen in het nadenken over informatie
in organisaties? Natuurlijk snijdt dat uiteindelijk in op de omzet van
de ICT-dienstverleners. Een wijze 'klant' zal immers zijn architecten
niet bij hetzelfde bureau halen als waar hij zijn ICT'ers haalt. Het
normale verschil tussen architecten en aannemers. Maar beter nog, een
wijze organisatie zal de architecten binnenshuis willen hebben en houden.
Zij hebben immers de kennis over de werkelijke toegevoegde waarde van
de informatievoorziening voor die organisatie. En tegenwoordig is wat
je weet, de beschikbare kennis dus, de voorsprong die je als organisatie
nodig hebt.
de
wereld zit niet te wachten op nog meer ICT'ers: er zijn eerder mensen
nodig die weten hoe ze moeten nadenken over informatie in organisaties
Het grote punt rond
de activiteiten van de ICT Task Force is dat alleen naar kwantiteit
en niet naar kwaliteit gekeken is. En daarmee blijft een aantal van
de werkelijke vraagstukken verborgen. Volgens mij zit de wereld niet
te wachten op nog meer ICT'ers. Je zult veel meer mensen nodig hebben
die weten hoe ze na moeten denken over de informatievoorziening, lang
voordat technologie aan de orde komt. Natuurlijk dien je daarbij je
ogen niet te sluiten voor de mogelijkheden van de technologie. Het is
echter heel belangrijk om eerst te zorgen dat je weet wat de technologie
voor je zal betekenen voordat je haar inzet.
Met als volgende
stadium de voorliggende aanbevelingen van de ICT Task Force wordt het
gestelde eigenlijk een self-fulfilling prophecy: mensen, ICT'ers, die
niet geleerd hebben om in termen van informatie na te denken, creëren
oplossingen voor problemen in de informatievoorziening die niet of nauwelijks
passen bij een organisatie of bij de rest van de informatie infrastructuur.
En daarmee ontstaat weer meer werk, en dus een groter tekort aan ICT'ers.
Een vicieuze cirkel, die niet, ja zelfs juíst niet meewerkt aan de door
de ICT Task Force aangehaalde voorsprong en daarmee niet echt dat onderscheidend
concurrentievoordeel zal geven.
In Nederland bestaan
dus naar schatting enkele tientallen ervaren informatie-architecten.
Die kunnen dit probleem niet oplossen. Er bestaan ook nauwelijks opleidingen
op dat gebied. Er zijn alleen wat kleine bureaus die daarmee bezig zijn.
In de bestaande opleidingen, en ik bedoel zowel het (post)beroeps-,
het (post)universitaire als het commerciële onderwijs, wordt eigenlijk
alleen ICT gedoceerd. Zoals aangegeven is dit soort opleidingen ook
niet gewenst voor ICT-dienstverleners. Informatie-architecten kunnen
en zullen de omzet immers verkleinen. Misschien is dit wel een richting
waarin het Kabinet kan denken om het geschetste probleem structureel
aan te pakken...