Mei
2000: Imago van de ICT-er
De stelling van
deze maand is gebaseerd op een uitspraak die gedaan werd tijdens een
vergadering van beroeps- en belangenverenigingen van ICT'ers. De uitspraak
luidde:
---
Anno 2000
is het vooral van belang dat het imago van de ICT'er sterk verbeterd
wordt.
---
Deze uitspraak is
in lijn met wat de ICT Task Force in zijn in oktober 1999 opgeleverde
rapport verwoord heeft. Degene die deze uitspraak deed, bekleedt een
leidende functie in de ICT. Hij is van mening dat 'de ICT'er' een slecht
imago heeft. Een van zijn doelen is om het imago van informatie- en
communicatietechnologie in de samenleving te verbeteren, en dat wil
hij bereiken door het imago van de ICT'er op te vijzelen. Daar moest
volgens hem alles op gericht zijn en er moest hard aan worden gewerkt.
Het probleem dat
ik in deze gedachtegang zie is dat deze inspanning feitelijk het paard
achter de wagen spant. Wat gezegd wordt, is dat als we iedereen duidelijk
kunnen maken dat werken in de ICT leuk en spannend is, men ICT vanzelf
gaat zien als een technologie met een enorm belang voor de samenleving.
Niettegenstaande het feit dat het belang van ICT steeds groter wordt,
is het verhogen van het imago van de ICT'er niet de manier om dat te
bereiken.
Het woord imago
heeft volgens het woordenboek twee betekenissen. De eerste is dat het
om een voorstellingsbeeld van iemand of iets gaat. De andere betekenis
van de term is 'een beeld in de publieke opinie'. In lijn met het bovenstaande
praten we dus kennelijk over voorstellingsbeelden die we van ICT'ers
hebben, die samen het beeld in de publieke opinie over ICT vormen. Welk
beeld bestaat er dan van de ICT'er? Dat is een moeilijke vraag, want
dé ICT'er bestaat niet. We hebben het over een combinatie van vele beroepen.
Kijk bijvoorbeeld eens op de internetpagina van CEPIS2. Daar staat informatie
over een Europese standaardisatie-inspanning. Er blijkt een voorstel
te zijn om het beroepenveld van de ICT'er in meer dan veertig verschillende
zogenaamde sub-streams op te delen. Zo wordt daar bijvoorbeeld gesproken
over docenten, researchers, analisten, managers, auteurs en ga zo maar
door. Zoals dat met standaards gaat, zijn ook deze opzet en inrichting
al wat gedateerd, maar de boodschap is heel duidelijk: ICT'er is een
verzamelnaam voor vele soorten werk. Kunnen we dan wel spreken over
het imago van de ICT'er? Je kunt over het imago van de ruim veertig
verschillende CEPIS sub-streams praten. Het imago van de ICT'er zou
dan het samenstel van deze imago's zijn. Dat wordt dan vergelijkbaar
met opmerkingen als 'mensen die in 'de distributie' werken zijn gehaast'.
Wat zou je er nou aan moeten doen om het imago van alle werknemers in
die bedrijfstak te verbeteren?
De programmeur
Laten we eens naar
wat beelden van ICT'ers kijken. Neem de mensen die 'nerds' genoemd worden.
Verslaafd aan hun computer. Komen terug van vakantie, als ze die al
nemen, en stuiven met trillende handen naar hun computer om te zien
wat er tijdens hun vakantie gebeurd is. Of nemen hun computer gewoon
mee op vakantie. Ze zijn contactgestoord, het zijn betweters, mensen
die net zo goed aan andere zaken verslaafd hadden kunnen zijn. We hebben
het dan over het imago dat sommigen hebben van programmeurs (CEPIS sub-stream
programming).
De applicatieontwikkelaar
Of kijk naar applicatieontwikkelaars
(CEPIS sub-stream analysis/programming) in organisaties. Dat zijn vaak
gedreven mensen, die alle andere mensen gebruiker noemen. Ze kunnen
van alles en nog wat met computers. Ze weten ook beter dan wie ook hoe
de wereld precies in elkaar zit. Als ze zich gaan bezighouden met het
invoeren van een ERP-pakket, dan bepaalt dat pakket wel hoe de bedrijfsprocessen
ingericht moeten worden. En de gebruikers mogen aangeven wat ze nog
veranderd willen hebben. De ontwikkelaar vertelt de gebruiker dan wel
of dat wel of niet mogelijk is. Verder kost wat ze opleveren vaak veel
geld en doet het meestal niet wat de organisatie eigenlijk had willen
hebben.
De projectleider
De ICT-projectleider
(CEPIS sub-stream development management) heeft weer een totaal ander
imago. Hij dient ervoor te zorgen dat een opdracht om een ICT-oplossing
te realiseren uitgevoerd wordt, met als randvoorwaarden tijd, geld en/of
kwaliteit. Als hij goed is, dat gaat hij door dik en dun om dit doel
te verwezenlijken.
Het lijkt een vast
gegeven dat een bestek dat aangereikt wordt nooit een complete en consistente
beschrijving van de te realiseren oplossing is. Een bestek kan daarbij
alles zijn tussen een tekst op de achterkant van een bierviltje en een
dik pak papier met een veelheid aan eisen, wensen, randvoorwaarden en
uitgangspunten. En deze laatste zijn eigenlijk niet of nauwelijks op
elkaar afgestemd. Als de projectleider pech heeft, dient er fixed time
gewerkt te worden, of misschien zelfs fixed price. Fixed price, fixed
time én fixed quality werken lijkt onmogelijk. Hoewel, doordat het bestek
vaak niet consistent is, zijn de gemaakte afspraken met de opdrachtgever
meestal wel te omzeilen. Je geeft immers gewoon een andere uitleg aan
de inhoud van het bestek en het is net of je meerwerk verricht. En dat
kost dan weer meer geld of tijd. En dan spreken we nog niet over de
kwaliteit van het op te leveren product, want die lijkt van te voren
niet vast te stellen te zijn. Is er tijd tekort, dan kan hier makkelijk
in gesneden worden, omdat er toch geen sluitende afspraken zijn. En
dat gebeurt dan ook vaak. Met alle verhitte discussies die daar dan
steeds weer over gevoerd schijnen te moeten worden.
Het gemiddelde imago
van ICT-projectleider is matig tot slecht. Zij kunnen er natuurlijk
niet veel aan doen dat bestekken niet sluitend uitgewerkt schijnen te
kunnen worden en dat de in te zetten technologie te veel wijzigt. Maar
de ruimte die ze nemen in de marges van die zaken, is vaak wel erg groot.
Zeker de projectleiders die commercieel door aannemers, softwarehuizen
en systeemhuizen bij de eigen klanten ingezet worden. Het is een veel
gespeeld spel om als aannemer zo veel mogelijk omzet te halen. Dat kan
bijvoorbeeld als je een klant ervan overtuigt dat een mindere invulling
ook aan de eisen voldoet. Of door aan te geven dat een verdere uitwerking
van de gestelde eisen toch meerwerk oplevert.
Projectleiders zijn
vaak snelle jongens of meisjes met al even snelle als grote auto's.
Die krijgen zij omdat zij het voor elkaar krijgen om hoge winsten te
realiseren door dit spel te spelen. En die winsten stellen hun bazen
in staat om een zeer rendabele organisatie te runnen. Maar dit alles
gaat wel ten koste van het imago van de projectleider...
Nog meer ICT'ers
En zo kunnen we
doorgaan. De helpdeskmedewerker die niet lijkt te luisteren omdat de
aangemelde problemen niet snel genoeg opgelost kunnen worden en die
dat feit onvoldoende terugkoppelen. Beheerders die er om een of andere
reden een jaar over moeten doen om een zeer storende fout op te lossen
en niet kunnen of willen uitleggen waarom. Beheerders die het kennelijk
nodig achten om elke dag om vier uur 's middags een backup te draaien
waardoor het systeem niet meer vooruit te branden is. De beveiligingsspecialist
die zegt dat er toch een of andere dure en vertragende uitwijkmogelijkheid
opgezet moet worden omdat de organisatie anders ooit gegevens kwijt
zou kunnen raken. Of die een firewall adviseert om hackers buiten te
houden en daarmee de snelheid of zelfs de toegang tot internet vermindert.
De informatieanalist die al weet wat de organisatie wil voordat hij
één gesprek gevoerd heeft. De commerciële researcher die bewijst dat
een beschreven situatie inderdaad het resultaat is van de veranderingen
die men verwacht. De consultant die een rapport schrijft waarin aanbevolen
wordt om nog twee andere rapporten te schrijven. Enzovoort, enzovoort.
Cowboypraktijken
En van dit soort
cowboypraktijken willen we het imago verbeteren? En dat alles om het
imago van de ICT te verbeteren, zodat meer mensen interesse krijgen
om ICT'er te worden?
Door aannemers worden
tegenwoordig zelfs premies, in de vorm van geld of bijvoorbeeld computers,
gegeven aan mensen die een ICT-opleiding gaan volgen. Of men krijgt
bij aanvang van de studie een garantie op een baan. Via folders wordt
vrouwen uitgelegd dat ICT ook voor hen leuk werk is, en dat ook in de
ICT een 36-urige werkweek mogelijk is. En dat alles in het kader van
het verbeteren van het imago van de ICT'er en de ICT-branche.
Er is een oud gezegde:
'zeggen wat je doet en doen wat je zegt'. Ofwel: laten we nou gewoon
eens vertellen wat we doen en waarom we dat doen. Imago heeft volgens
mij meer te maken met vertrouwen, betrouwbaarheid, integriteit enzovoort
dan met verkooppraatjes. Het is vaak zo duidelijk dat een simpele ICT-oplossing
prima voldoet. Waarom dan toch steeds weer een kolos van een applicatie
kopen of laten maken die veel meer functionaliteit bevat dan de organisatie
ooit zal gebruiken? Bovendien leveren dat soort investeringen steevast
ook een hogere exploitatielast op, waardoor de totale hoeveelheid geld
die in ICT gestopt wordt, steeds groter moet worden. Zelfs bij vervangingsinvesteringen!
De gebruiker
Anno 2000 draait
het dan ook niet meer om het imago van de ICT'er. Belangrijk is dat
we eindelijk eens goed in gesprek komen met de mensen die ICT als hulpmiddel
kunnen gebruiken. Het grappige is dat de praktijk leert dat je dat juist
moet doen zonder over ICT te praten. Stel nou bijvoorbeeld eerst eens
vast welke gegevens voor een organisatie informatie zijn. Ik ben nog
geen organisatie tegengekomen waar men niet geďnteresseerd was om daarover
te praten. Zij hebben immers dagelijks behoefte aan informatie om hun
werk te doen, en die krijgen ze vaak niet of slecht aangeleverd. Op
die manier kom je heel veel te weten en kan er een echte vertrouwensbasis
ontstaan. Als je wat relevant is rond informatie op een rij zet, ontstaat
een informatie-architectuur die vaststelt wat een organisatie wil. Als
je dan ook zorgt dat die informatie-architectuur onder beheer komt van
capabele informatie-architecten, heb je een stevige basis voor het doorvoeren
van veranderingen. Uit die informatie-architectuur kunnen dan bestekken
afgeleid worden, die door ICT-aannemers opgepakt kunnen worden. ICT-projectleiders
hebben dan wél een goed uitgangspunt om te doen wat afgesproken is.
De informatie-architect kan dan zelfs nog de nodige nadere uitleg geven
en de ontwikkeling begeleiden. De andere ICT'ers hebben dan ook geen
probleem meer, omdat de organisatie immers zelf aangegeven heeft wat
ze wil. Met als gevolg betere en beter passende applicaties. Dit heeft
op de langere termijn tot gevolg dat er vertrouwen ontstaat in de ICT-aannemers
en dat het imago van de ICT-branche als geheel beter wordt. Men doet
immers wat men zegt en men zegt wat men doet.
Willen we naar een
evenwichtige en betrouwbare ICT-industrie, dan zullen er echte, structurele
veranderingen in de aanpak en de denkwijze rond ICT doorgevoerd moeten
worden. ICT is immers niet meer of minder dan een verzameling hulpmiddelen.
Beter of meer over ICT praten en denken heeft weinig zin. Organisaties
zijn gewoon niet geďnteresseerd in applicaties en bestanden, maar in
de informatie die ze nodig hebben om hun werk te doen. Laten we daar
eens goed aan gaan werken en geen geld en moeite stoppen in het imago
van de ICT'er. Het verbeteren van het imago volgt dan vanzelf.