English version


Nederlandse versie

Steven's weblogs en columns (nederlands)

Iedereen kan informatie van deze weblog overnemen onder de voorwaarde dat hij/zij blijft verwijzen naar deze weblog.

 

Juli/Augustus 2000: Nederland ICT-dienstland

De stelling van deze maand is een uitspraak die door meer en meer mensen gedaan wordt:

---

`Nederland moet hét ICT-land worden'.

---

Dit is een stevige, nieuwe ambitie waarvan niet duidelijk is of die naast of in de plaats van 'Nederland transportland' zou moeten komen.

De uitspraak 'Nederland ICT-land' wordt in lijn met het werk van de ICT Task Force gedaan. De ICT Task Force is de in mei 1999 door het Kabinet ingestelde werkgroep die de opdracht had om acties te definiëren die helpen om de groter wordende tekorten aan ICT'ers op te lossen. Samengevat stelde de werkgroep in zijn rapport 'Deltawerkers voor de digitale delta' het volgende [zie ook de column 3]:

    'Er is een sterk groeiend tekort aan ICT'ers (elk jaar 15.000 ICT'ers meer tekort). Het tekort wordt veroorzaakt doordat de instroom uit het onderwijs en andere beroepsgroepen niet voldoende is. Dit tekort wordt als ernstig gekwalificeerd. Om op korte termijn oplossingen te bieden, wordt voorgesteld om nieuwe en productieve verbindingen tussen onderwijs en bedrijven te leggen. Ook dient effectiever gebruik gemaakt te worden van het schaarse arbeidspotentieel. Concreet:

    • verbeter het imago van en de beeldvorming rond ICT zodat meer mensen ICT'er willen worden.
    • zorg dat meer vrouwen en allochtonen in de ICT gaan werken. School vluchtelingen in de ICT en versoepel de regels voor het krijgen van werkvergunningen voor ICT'ers die van buiten Europa naar Nederland komen.
    • zorg voor meer en beter ICT-onderwijs. Zorg ook voor ICT-onderwijs in niet-ICT-onderwijs.'

Op basis van dit rapport zijn een reeks projectvoorstellen, 'concrete businessplannen' genoemd, uitgewerkt. In mei 2000 heeft de overheid, op basis van deze plannen, in totaal 70 miljoen gulden beschikbaar gesteld voor negen 'wervingsprojecten':

  • 'Vluchtelingen' (1,5 miljoen gulden) richt zich op het om- en opscholen van vluchtelingen en asielzoekers met een HBO/WO-opleiding.
  • 'Dualisering in ICT' (2 miljoen gulden) heeft tot doel de instroom van ICT'ers in het HBO te vergroten en de uitval tijdens de opleiding te beperken.
  • 'Het ICT-punt' (3 miljoen gulden) richt een nieuw bureau op dat structuur moet geven aan alle imagocampagnes op ICT-gebied.
  • 'Color IT' (3,5 miljoen gulden) wil het aantal allochtonen dat ICT-opleidingen volgt vergroten.
  • 'Mannen en vrouwen in balans' (4 miljoen gulden) wil meer vrouwen voor een carrière in de ICT laten kiezen. De verhouding man/vrouw in de ICT is, anno 2000, 10 op 1.
  • 'MBO-ICT' (8 miljoen gulden) moet ICT-opleidingen op MBO-niveau stimuleren.
  • 'Netwerk Academie' (10 miljoen gulden) wordt een nationale 'ICT-netwerkacademie' die dient om de Nederlandse beroepsbevolking beter en sneller ICT-competent te maken.
  • 'ICT in niet-ICT' (18 miljoen gulden) gaat ervoor zorgen dat proefprojecten gestart worden om ICT te introduceren in de economische en rechtenopleidingen van het HBO en universitair onderwijs.
  • 'Digitaal trapveldje' (20 miljoen gulden) wil wijkcentra voorzien van computers en internet.

Kees Vijlbrief, directeur Algemeen Technologiebeleid van het ministerie van Economische Zaken, heeft in mei over deze projecten gezegd: 'Zodra de projecten lopen, zullen de investeringen van het bedrijfsleven moeten komen'. Om die reden was één van de uitgangspunten bij de evaluatie van de businessplannen dat de betrokken partijen zich tot financiële inspanningen verplichten. Dit om het gebrek aan organiserend vermogen in de jonge ICT-sector te ontwikkelen.

De Nederlandse ICT-wereld heeft teleurgesteld gereageerd op dit financieringsbesluit. Ton Risseeuw, oud-Getronics topman en voorzitter van de inmiddels opgeheven ICT Task Force, vatte de mening van de projectleiders samen dat 'als het hierbij zou blijven het uiterst teleurstellend zou zijn'. Hij overweegt nieuwe claims bij het kabinet.

In het vorige nummer van informatie (juni 2000) werd door woordvoerders van diverse belangengroeperingen commentaar geleverd op de onlangs uitgebrachte nota 'Concurreren met ICT-competenties'.

  • De ondernemers van Nederland, verenigd in VNO-NCW, vinden, bij monde van hun secretaris informatiebeleid P. de Graaf, dat ondernemers meer hun nek uit durven steken dan de overheid dat doet. Zij adviseren de overheid om daarin leidend te zijn en in ieder geval die bedrijven die risico durven te nemen te ondersteunen met startsubsidies.
  • Sylvia Roelofs, directeur van de federatie Nederlandse IT (Fenit, een federatief verband van softwarehuizen), is blij met de visie van de overheid. Zij zou nog wel wat meer financiële inspanning van de overheid in hun richting willen zien.
  • Chris Vissers pleit, als directeur van het Telematica Instituut, voor kennisoverdracht. Dit dient uitgevoerd te worden door speciaal voor dit doel opgerichte instituten waarin onderzoekers werkzaam zijn die voor dit doel zijn geselecteerd en getraind.
  • En de nieuwe stem van de ICT-professionals (SPITS) pleit, bij monde van Bert Melief (voorzitter van het NGI), voor oplossingen op de wat langere termijn dan de overheid in de nota voor ogen heeft. Hij wil het zo schrijnende en aanhoudende tekort aan professionals oplossen middels het ontwikkelen van ICT-beroepsprofielen. Daarmee zouden aankomende studenten geworven en gebruikers geschoold kunnen worden, mede door middel van het nieuwe computerrijbewijs (ECDL, een Europees initiatief dat door het NGI in Nederland geïntroduceerd wordt). Ook hij vraagt om meer middelen.

Ieder komt, zoals het kennelijk hoort, op voor haar of zijn eigen specifieke belang. Teleurstelling alom, en, zoals Vijlbrief al zei, klaarblijkelijk weinig saamhorigheid en organiserend vermogen. Maar is deze mate van ondersteuning door de overheid wel zo teleurstellend? Of is bijvoorbeeld met de voorgestelde projecten de juiste snaar gewoon niet geraakt?

Rijke industrie

ICT in Nederland is big business. Steeds meer mensen hebben pc's thuis en op het werk. Steeds meer mensen begeven zich op internet. Daarmee is de ICT-industrie een rijke industrie geworden die best in staat moet zijn om zelfstandig te investeren. Zoals minister Jorritsma in een interview zei, is het inderdaad zonde dat zoveel mogelijkheden van ICT nog niet worden gebruikt. Maar Nederland is wel het zevende land in de wereld op het gebied van ICT. Men wil zelfs hoger op die lijst komen, en er zijn stemmen om van Nederland een ICT-land te maken. En dan vooral in de dienstensector, want we hebben het grondgebied, de opleidings- en loonstructuur en de verkeersinfrastructuur niet meer om bijvoorbeeld fabricage te doen.

Je kunt alleen diensten verlenen als je voldoende weet van het onderwerp. In dit geval dus ICT. Om ICT-dienstverlening te stimuleren, steekt de overheid nu dus 70 miljoen gulden in de ICT-industrie. Als die (rijke) industrie verstandig is, investeert zij zelf een veelvoud van dat bedrag. Elke organisatie moet er immers zelf voor zorgen dat ze in de toekomst overleeft. 70 miljoen is dan slechts een aanvulling op de punten waar de ICT-industrie niet of nauwelijks voor zichzelf kan of wil zorgen. En dan kan het ingezette bedrag best eens voldoende zijn...

Effectiviteit van ICT

Er rest nog steeds wel het probleem dat eerder in deze columnserie als 'stelling 3' is aangekaart: we zouden een groot tekort aan ICT'ers hebben. Verder hebben we het nog steeds over het stimuleren van de inzet van technologie, terwijl er enorme problemen zijn met de effectiviteit van die inzet. Er is een grote behoefte aan kwaliteit en minder aan kwantiteit. Het is werkelijk te gek voor woorden dat een extrapolatie van een tekort aan mensen in een onderzoek uit 1998 nog steeds leidt tot de mening dat we zo'n 20.000 ICT'ers per jaar extra nodig zouden hebben. Dat universiteiten en hogescholen zo bezig zijn met het pompen van technologische kennis in mensen, dat ze waarschijnlijk wel zien dat ze meer naar de kwaliteiten moeten kijken, maar dat ze gewoon geen tijd krijgen (of nemen) om dat gegeven verder uit te werken en in te vullen. De doelstelling is immers dat er meer informatie- en communicatietechnologen moeten komen.

Waar het met de kwaliteit op vast zit is dat de effectiviteit van de inzet van ICT gemiddeld veel te laag is. Ofwel: we zetten ICT in, en achteraf blijkt steeds weer dat het nauwelijks doet wat we willen. We doen dus kennelijk een hoop verkeerd en/of overbodig werk.

Het bureau ESO in Rotterdam heeft een tijdje geleden uitgezocht dat een investering vrijwel steeds tot een verhoging van de exploitatielast leidt. En die exploitatie lasten zijn zo langzamerhand niet meer te dragen voor organisaties. We verbeteren dus kennelijk onze bestaande informatie infrastructuur niet, we voegen vooral nieuwe elementen toe. En die moeten dan weer beheerd worden in een steeds complexer wordende omgeving. Hoe lang zullen investeerders nog willen investeren in een steeds groter wordende exploitatielast die niet effectiever wordt? Ze geven zo geld uit om nog meer geld uit te geven.

Het millennium probleem heeft een groot aantal van dit soort problemen aan het licht gebracht. De eerste helft van het jaar 2000 is dan ook niet zo goed geweest voor de ICT bedrijven. Volgens een recente Computable geeft men geld uit aan consultants die adviseren hoe organisaties hun ICT (opnieuw) moeten inrichten. Wederom efficientie boven effectiviteit? Zal het anders inzetten van (nieuwe) technologie dan toch de effectiviteit kunnen vergroten? We hebben toch al geleerd dat zoiets moeilijk is? Ter vergelijking: kan het inzetten van een nieuwe startmotor passagiers inderdaad beter en sneller van A naar B brengen? Of van een nieuwe uitlaat? Ligt dat niet aan heel andere factoren dan aan “hardware”?
Effectiviteit kan niet echt vanuit de technologie verbeterd worden. Je kunt beter eerst vaststellen wat men wil zodat je daarna, gewapend met die kennis, moet kijken wat je gaat veranderen in de ondersteunende informatie infrastructuur. Niet alleen in de inzet van Informatie & Communicatie Technologie, maar naar het integraal van oplossingen voor problemen in de informatie & communicatie van die organisatie.

Nederland moet dus ICT-dienstenland worden. Als we dat echt willen, zullen we eerst en vooral het probleem met de effectiviteit van de inzet van ICT moeten aanpakken. Als onze diensten immers niet voldoende effectiviteit realiseren, wie zal die dan afnemen? Met kennis en kunde op dat gebied kunnen we de wereld helpen, want het is een algemeen probleem. We zullen onze aandacht niet meer alleen op technologie moeten richten, maar op de effectiviteit van de toepassing daarvan. Dan zou het best zo kunnen zijn dat de 70 miljoen gulden wel voldoende is om minimaal gelijke tred te houden met waar de rest van de wereld mee bezig is.

Waar het met de kwaliteit nu op vast loopt, is dat de effectiviteit van de inzet van ICT gemiddeld veel te laag is. Ofwel: we zetten ICT in, en achteraf blijkt steeds weer dat het nauwelijks doet wat we willen. We doen dus kennelijk een hoop verkeerd en/of overbodig werk. Het millenniumprobleem heeft een groot aantal van dit soort problemen aan het licht gebracht. De eerste helft van dit jaar is dan ook niet zo goed geweest voor de ICT-bedrijven. Er wordt nu veel geld uitgegeven aan consultants die adviseren hoe organisaties hun ICT (opnieuw) moeten inrichten. Wederom efficiency boven effectiviteit? Zal het anders inzetten van (nieuwe) technologie dan toch de effectiviteit kunnen vergroten? We hebben toch al geleerd dat zoiets moeilijk is? Effectiviteit kan niet echt vanuit de technologie worden verbeterd. Beter wordt eerst vastgesteld wat men wil zodat men daarna, gewapend met die kennis, kijkt naar wat men gaat veranderen in de ondersteunende informatie-infrastructuur.

 

Problemen en oplossingen

Wat zijn nou de problemen met de inzet van ICT? Om er een paar te noemen: veel te hoge exploitatielasten, veel te veel keer dezelfde of vergelijkbare functionaliteit in dezelfde omgeving, een onbetrouwbaar en duur ontwikkeltraject voor het realiseren van systemen en applicaties, slecht uitgevoerd beheer, een slecht werkend aanschaftraject enzovoort. Laten we nu eens naar het oplossen van dit soort problemen kijken. Er zijn veel voorbeelden van projecten die volledig uit de hand gelopen zijn en waar, als gekeken was naar wat men echt nodig had, een veel simpeler aanpak een veel hogere kwaliteit en onderhoudbaarheid had opgeleverd. Onlangs vertelde iemand tijdens een discussie dat hij er zeker van was dat alles gemiddeld voor de helft van de prijs moest kunnen. Ikzelf heb een aantal ervaringen waar de prijs zelfs tot een vijfde of een tiende teruggebracht kon worden. En dan fixed price, fixed time en fixed date!

Waar zit dan het verschil? Het verschil zit in simpele uitgangspunten als heel goed weten wat je hebben wil. Wilt u een personeelsinformatiesysteem, koop of maak dan geen systeem met documentmanagement, salarisberekening, pensioenregistratie, workflowmanagement en tijdregistratie-met-chipcard-faciliteiten. Waarom zou u; u wilde immers toch alleen informatie over het personeel vastleggen? En veel van die andere functionaliteit zit toch al in allerlei andere software. Dus waarom dat soort software nog een keer kopen of zelfs maken? En waarom zou u zich door de opzet van die software laten voorschrijven hoe de organisatie moet worden ingericht? Alleen het uitzoeken van die 'alignment' kost al goudgeld, en dan hebt u nog niets. Zorg er gewoon voor dat u als 'gebruikersorganisatie' weet wat u nodig hebt en ga dan kijken wat u voor die behoefte kunt kopen of laten maken. Laat niet toe dat er bijvoorbeeld 1500 wijzigingen in een niet-passend ERP-pakket doorgevoerd moeten worden om het passend te maken. Die wijzigingen moet u immers zelf onderhouden. En als er een nieuwe versie van dat pakket op de markt komt, moeten de meeste van die wijzigingen toch nogmaals geprogrammeerd en doorgevoerd worden.

 

Hulp van informatie-architecten

Het klinkt misschien allemaal nogal vergezocht, maar het is vaak echt zo simpel. Zorg dat u weet wat u hebben wilt en laat u geen knollen voor citroenen verkopen. Laat ICT-deskundigen niet bepalen wat u wilt, maar doe het zelf. Of laat u helpen door iemand die kan vaststellen wat een organisatie wil met haar informatie en communicatie. Mensen die dit doen, heten informatie-architecten. Ze weten het nodige van ICT, maar daar hoeft u met hen niet of nauwelijks over te praten. Als ze voldoende van uw eisen, wensen, uitgangspunten en randvoorwaarden weten, kunnen zij voor en met u naar passende oplossingen zoeken. Al of niet met de inzet van ICT.

Informatie-architecten vindt u niet bij organisaties die ICT verkopen. Dat zijn immers aannemers. Zij hebben ook wel mensen in dienst die architect zijn, maar dit zijn ICT-architecten die kijken naar de manier waarop ICT ingezet kan worden in organisaties. De ICT-architect weet veel van de technologie die zijn organisatie verkoopt. Hij weet ook veel van de manier waarop organisaties daar gebruik van kunnen maken. Hem moet echter wel verteld worden wat een organisatie wil en nodig heeft zodat de beschikbare technologie op de beste manier ingezet kan worden. Zo effectief mogelijk, dus.

Het probleem rond effectiviteit is dat er maar enkele tientallen, misschien enkele honderden mensen in Nederland zijn die zich met recht informatie-architect kunnen noemen. De meeste informatie-architecten zijn in vaste dienst van organisaties, zodat er maar weinig zijn die kunnen kijken naar de effectiviteit binnen organisaties die zelf geen of te weinig informatie-architecten in dienst hebben. Er bestaan nauwelijks opleidingen voor informatie-architect, maar het begint wel steeds duidelijker te worden wat een informatie-architect allemaal zou moeten kunnen en weten. Bovendien blijkt een lange ervaring en een goede begeleiding essentieel te zijn. Maar opleidingen lijken er, ook niet op de korte termijn, te komen. Men is op dit moment zo druk bezig het vermeende tekort aan ICT'ers aan te vullen dat er geen tijd is om na te denken over deze beroepsgroep. En zo blijft het tekort aan ICT'ers bestaan.

Binnen het Genootschap voor Informatie Architecten (GIA) is ooit berekend dat de 200.000 ICT'ers die er nu zijn door tussen de 3900 en 9.500 informatie-architecten zouden moeten worden aangestuurd. Die informatie-architecten zouden dan, bij een gelijkblijvende werklast, 100.000 ICT'ers overbodig maken! Dit is op zich wensend denken, omdat er op dit moment nog veel te weinig informatie-architecten zijn. En als ze er wel zouden zijn, zou een groot deel van die 100.000 ICT'ers aan het werk kunnen zijn met zaken die nu op de lange baan moesten worden geschoven.

Deze berekening toont overigens wel aan dat er tientallen procenten aan menskosten op ICT kunnen worden bespaard en dat, bij inzet van goede informatie-architecten, bovendien een stevige verbetering van de effectiviteit van de informatie-infrastructuur mag worden verwacht. Resultaten waarover investeerders op dit moment nog alleen kunnen dromen...

 

De stelling

Terug naar 'Nederland ICT-land'. Als Nederland wil investeren in ICT-diensten, dan zou het stimuleren en het uitwerken van een vak als informatie-architect de hoogste prioriteit moeten hebben. Niet alleen om de eigen industrie het duwtje in de rug te kunnen geven dat ze nodig hebben om in deze wereld te kunnen concurreren, maar zeker ook om echte diensten te kunnen gaan verlenen in een ICT-wereld waar de effectiviteit tot op dit moment ver te zoeken is.

De ministers Hermans en Jorritsma waren tijdens hun ICT-congres in juni jongstleden zeer eensgezind over het feit dat er nu snel van alles en nog wat van de grond moest komen in en rond ICT. Met het bovenstaande in gedachten ligt een uitdaging voor de hand om van Nederland geen ICT-land, maar een IC-land te maken. Die diensten zijn in ieder geval wereldwijd zeer gevraagd.

Ik vrees dat ik, als voorzitter van het GIA, met dit stuk deels voor eigen parochie heb gesproken, net zoals de genoemde belanghebbenden bij hun reactie op de kabinetsnota. Dat is op zich een slechte zaak. Het wordt inderdaad hoog tijd dat het organiserend vermogen van de ICT-sector (zoals Vijlbrief dat noemt) vorm en inhoud gaat krijgen. Samen staan we immers veel sterker. En het voorkomt misschien dat veel te veel energie in allerlei zaken wordt gestopt waarvan van tevoren duidelijk had kunnen zijn dat ze niet of nauwelijks nuttig zijn. We hebben het immers druk genoeg.

Uw naam:
Uw E-mail:
Uw reactie: