Januari/Februari
2000: Duurzaamheid en IT
Het thema van de
Informatie van deze maand is duurzaamheid. De stelling van deze maand
is in lijn met dat thema en luidt:
---
“Het is belangrijker dat met informatie technologie gerealiseerde
oplossingen voor problemen in een informatievoorziening flexibel zijn
dan duurzaam.“
---
Duurzaam cq. duurzaamheid
is volgens het woordenboek “geschikt, bestemd om te duren”
en/of “lang aanhoudend”. Het woordenboek geeft dus een dubbele
betekenis van het begrip, waarbij de eerste naar kwaliteit en de tweede
naar tijd verwijst. De betekenis “bestemd om te duren” komt
het dichtst bij wat we steeds roepen als we een project op touw zetten
om een volgende applicatie of informatiesysteem te realiseren. We willen
de miljoenen die we daar vaak aan uitgeven immers niet weggooien. We
maken de software dus “zo geschikt mogelijk om te duren”.
Maar te vaak, gezien de legacy die ontstaan is, realiseren we de tweede
betekenis: “lang aanhoudend”. Een verschuiving van kwaliteitsaspect
naar het tijdsaspect, dus.
In de planologie,
de bouwwereld, de auto industrie enz. wordt met duurzaam toch iets anders
bedoeld dan in de IT. Een auto is duurzaam als deze lang blijft rijden
en in die tijd weinig of geen gebreken vertoond. Met gebouwen is het
tegenwoordig vaak de bedoeling dat ze op een bepaalde manier ingedeeld
enkele tientallen jaren gebruiksgenot geven. Vroeger was dat voor gebouwen
als kerken en kastelen nog veel langer. Bij bedrijfshuisvesting kan
al jaren voor flexibele indelingen gekozen worden, zodat eenzelfde gebouw
“gemakkelijk” een volgende levensfase kan krijgen. Geschikt,
bestemd om te duren én lang aanhoudend, dus.
Software wordt meestal
gemaakt om 3 tot 7 jaar mee te gaan. Doordat de wereld steeds sneller
opvolgende veranderingen laat zien wordt deze termijn korter. Als de
wereld verandert, dan is er steeds een kans dat de gebruikte software
verandert of zelfs geheel vervangen dient te worden door andere software.
Toch hebben veel organisaties nog software operationeel die 10, 20 of
zelfs meer jaren oud is. Meestal oud en slecht onderhoudbaar omdat veranderingen
niet zo makkelijk door te voeren zijn als in flexibel ingedeelde bedrijfshuisvesting.
De software voldoet dan ook vaak slechts met moeite aan de eisen die
er aan gesteld worden. Feitelijk niet “geschikt om te duren”,
maar niettemin “lang aanhoudend”.
De informatie technologie
verandert haast dagelijks. Gelukkig wordt tegenwoordig niet elke trend
gelijk meer gevolgd. Iedere nieuwe versie van een operating system
of iedere nieuwe realisatiemethode wordt niet meer direct ingezet. Zo
wordt anno 2001 nog steeds op grote schaal Windows’95 en ’98
gebruikt en men wijzigt niet zo snel meer van software generator of
computertaal. Problemen bij de realisatie en het beheer hebben wel geleerd
dat vaak wijzigen lastig, onverstandig en vooral ook kostbaar is.
Maar dit heeft meer
met “lang aanhouden” dan met “geschikt om te duren”
te maken. Men wil vaak graag andere IT dan men heeft, maar men is gewoon
niet in staat om dat te realiseren. En dat heeft weinig met duurzaamheid
te maken. Eerder met de remmende werking van ooit gebruikte informatie
technologie en dat is een erg slechte zaak voor een organisatie. Het
betekent dat men niet snel meer in kan spelen op veranderingen in de
externe omgeving. Bovendien betekent veranderen van de ondersteunende
IT dat of iets bijgebouwd of aangepast moet worden in het bestaande,
of dat het geheel vervangen moet worden. Het eerste maakt e.e.a. alleen
maar complexer, terwijl het tweede vaak grote bedrijfsrisico’s
met zich brengt.
Duurzaamheid moet
veel eerder in verband gebracht worden met de informatie die een organisatie
nodig heeft dan met de inzet van informatie technologie. Iedere organisatie
zal voort willen blijven bestaan. Om dit te kunnen heeft men die gegevens
nodig die voor hen betekenis hebben: informatie. De manier waarop die
informatie ter beschikking komt is voor een organisatie in feite irrelevant.
Het belang ligt immers in de informatie die nodig is om de bedrijfsprocessen
naar behoren uit te kunnen voeren.
Gewoonlijk vraagt
de organisatie om een vorm waarvan men denkt dat die het best bij hen
past. Deze vorm zal in de loop van de tijd veranderen. Men wil aanvullingen
op het gebodene, er komen nieuwere hulpmiddelen ter beschikking die
andere en nog meer mogelijkheden geven en ga zo maar door. Die zal men
inzetten om de concurrentie voor te kunnen blijven. Daarbij wordt om
méér en betere informatie gevraagd.
Het is mogelijk dat die informatie op een moment verkregen kan worden
omdat nieuwe IT dat mogelijk maakt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan wat
het internet mogelijk gemaakt heeft en in de toekomst mogelijk gaat
maken. Toch dient een organisatie in de eerste plaats geïnteresseerd
te zijn in informatie en pas in de tweede plaats in de in te zetten
informatie technologie. Met informatie kunnen zij er immers voor zorgen
dat ze hun business kunnen runnen. IT is ondersteunende technologie
die ingezet moet worden als de investering in technologie rendabel
geacht wordt.
Duurzaamheid dient
m.i. een maat te zijn die gerelateerd is aan de continuïteit en
de rentabiliteit die een organisatie zich wenst. Informatie is daarbij
de meest bepalende factor. De inzet van IT is bij het beschikbaar krijgen
en maken van informatie voor vele organisaties onontbeerlijk. Het verkrijgen
van de juiste informatie op het juiste moment dient duurzaam te zijn,
ongeacht welke IT ingezet wordt.
In de toekomst zal
IT zelfs zodanig ingezet moeten worden dat deze de behoefte aan ondersteuning
van de organisatie nauwgezet kan volgen. Bepaalde applicaties zullen
daarbij maar éénmalig, of misschien slechts enkele maanden
gebruikt worden. Sterker nog, het is in het algemeen van groot belangrijk
dat de inzet van beschikbare IT snel aangepast of vervangen kan worden
om naar behoren in te kunnen spelen op veranderende vraag naar informatie.
Duurzaamheid zal daarbij in de beschikbaarheid van informatie gevonden
moeten worden, en niet in de gerealiseerde oplossingen.
En daarmee is de
stelling dus juist. Met informatie technologie gerealiseerde oplossingen
dienen zo flexibel opgezet en ingericht te zijn dat ze vervangen kunnen
worden, wanneer en indien nodig. Organisaties zijn dus gebaat bij duurzame
beschikbaarheid van informatie en niet zozeer van duurzame inzet van
IT.