Mei
2001: Kilometerheffing: zijn we er al aan toe?
Deze maand een stelling
rond een gebeurtenis die jongstleden maart plotseling zeer actueel is
ge-worden doordat onze minister van Verkeer & Waterstaat het begrip
lanceerde: de kilometerheffing. De stelling is:
---
“Nederland is nog niet toe aan de mogelijkheden die de technologie
biedt waardoor de kilometerheffing mogelijk wordt.“
---
Tot verbazing van
velen veranderde minister Tineke Netelenbos in maart plotseling van
mening over de tolpoorten. Ze wil nu een kilometerheffing introduceren.
Vol enthousiasme en energie presenteer-de zij haar nieuwe idee. De Tweede
Kamer haalde daarbij opgelucht adem, want de politieke problemen rond
de tolpoorten behoren daarmee immers tot het verleden. Het betekent
wel dat een flink bedrag gedesinvesteerd moet worden. Voor het “oplossen”
van een knagend probleem als dit zal de po-litiek zo’n desinvestering
voor lief nemen. De vraag was immers al gesteld waarom we een oude technologie
zouden introduceren als we de nieuwe al hebben. Die nieuwe technologie
is Informatie & Communicatie Technologie (ICT). Daarom is oud-Compaq-
en -Philips-topman en tegenwoordig E-Commerce goeroe prof.ir.Roel Pieper
gevraagd om er naar te kijken. Hij kreeg daar 3 weken voor. Die termijn
kon kort zijn omdat Pieper bekend is met deze ICT. Zijn antwoord was
dan ook luid en duidelijk: start een proef met variabele autokosten
in 2003 en werk met bestaande technologie zodat geen echt grote problemen
verwacht hoeven worden bij de invoering ervan. Het privacy-vraagstuk
wordt volgens hem gewaarborgd als de wegen ingedeeld worden in abstracte
wegtypes die elk een prijs hebben. Elke auto krijgt een soort debet/credit-teller
van op welke wegtypes gereden is. Een stevige inperking van de mogelijkheden,
dus.
Tot zover de achterkant
van het bierviltje. Bij het invoeren zullen zeker nog valkuilen en problemen
ontstaan die aangewezen en overwonnen moeten worden. Het lijkt echter
duidelijk dat de invoering, onder een aantal nog te stellen voorwaarden,
gaat plaatsvinden.
Wat mij bevreemd
is dat maar zeer weinig mensen zich schijnen te realiseren waar we het
nu feitelijk over hebben. De mensen en organisaties die zich voorheen
tegen het rekeningrijden gekeerd hebben halen opgelucht adem en omarmen
de nieuwe plannen als een deus-ex-machina. Of dat terecht is, dat is
de vraag. En niet alleen op basis van vraagstukken als privacy. Waar
praten we eigenlijk over? Verteld wordt dat auto’s met deze technologie
zoiets als een mobiele telefoon worden. Om dat te realiseren dient er
een netwerk van zenders/ontvangers te bestaan, net zoals we die nu hebben
met de GSM-palen die overal in ons hele land staan. Daarmee wordt op
ie-der moment van de dag vastgesteld waar elke auto is met als doel
te weten te komen hoeveel kilometer ze rijden. Of, zoals Pieper voorstelt,
op welke wegen van een bepaald wegtype ze gereden hebben. Op basis van
plaats/afstand cq. aanwezigheid wordt tegen een gedifferentieerd tarief
belas-ting geheven.
Wat hier gebeurt
is dat Verkeer & Waterstaat een zeer beperkte versie van een technologie
in elke Nederlandse auto wil introduceren om één bepaald
doel te bereiken: files verminderen. Of zo’n activiteit past bij
wat nu bijvoorbeeld rond UMTS gebeurt, dat is de vraag. Het is ook de
vraag of dit past bij de beschikbare technologieën van plaatsbepaling
met satellieten. En wat gebeurt er als een auto uitgeleend wordt? Kun
je dan bijvoorbeeld de teller opnemen en de gemaakte kosten doorberekenen?
Of wat te doen met Nederlandse auto’s in het buitenland? En met
buitenlandse auto’s in Nederland? Wordt in andere landen van Europa
dezelfde technologie geïntroduceerd? Indien dat niet het geval
is wordt het goedkoop om via België van Rotterdam naar Eindhoven
te rijden. Vragen waar niet of nauwelijks over nagedacht lijkt te zijn.
Een ander punt is
dat deze technologie naast de kilometerheffing een haast onbeperkt aantal
moge-lijkheden kan introduceren. Ik noem er een paar:
- Met de auto
als telefoon kun je telefoneren, faxen, SMS-en, chatten, video conferences
houden enz.
- Met internet
in de auto heb je bijvoorbeeld geen autoradio meer nodig. Verder kun
je televisie uit de hele wereld ontvangen, interactieve videospellen
spelen, routes plannen en volgen waarbij rekening gehouden wordt met
verkeersinformatie, kaartjes voor een theater bestellen, een tafel
in een restaurant reserveren, een parkeerplaats zoeken en desnoods
reserveren, boodschappen doen, een pizza bestellen die bezorgd wordt
als je langsrijdt of thuis komt en ga zo maar door.
- Je kunt een laptop
aansluiten en waar dan ook ter wereld toegang krijgen tot het netwerk
van je organisatie.
- Je auto kan door
de garage gecontroleerd en afgesteld worden terwijl je rijdt, desnoods
aangepast aan je rijstijl van dat moment. Eventueel zelfs zonder dat
je het merkt. Als er een mechanisch probleem geconstateerd of verwacht
wordt kan de garage contact met de bestuurder opnemen voor een afspraak.
En je auto kan aangeven of je nog een benzinestation verder kunt rijden
voordat de benzine op is.
- Of persoonlijker:
de inzittenden kunnen aangesloten worden op een medische controlesysteem.
Je dokter zou dan kunnen constateren dat er iets niet goed met je
gaat en het initiatief nemen om een afspraak met je te maken. Of je
gelijk naar het ziekenhuis doorverwijzen.
- En de “technologieën
van het huis van de toekomst”: met de auto, net voordat je thuiskomt,
je magnetron aanzetten, de verwarming hoger zetten, de koffiemachine
aanschakelen, de gordijnen dichtdoen, de garagedeur openen enz.
Maar ook:
- Men weet wel
steeds precies waar auto’s zich bevinden. Bedenk wat in Enschede
gebeurd is met de GSM van degene die verdacht wordt de explosie veroorzaakt
te hebben. Men weet dit soort zaken dus ook van de inzittenden. Dat
is natuurlijk makkelijk als je auto gestolen is. De technologie om
een auto op een moment af te sluiten en stil te zetten bestaat al
lang. Iemand kan dan beslissen dat de inzittenden vanaf dat moment
gevangen genomen zijn en opgehaald kunnen worden. Maar of deze plaatsbepaling
altijd handig is, dat is de vraag.
- Men kan niet
alleen zien hoeveel kilometer de auto gereden heeft, men kan ook zien
waar en wanneer. Zo kun je makkelijk toeslagen doorvoeren voor bepaalde
gebieden en voor het rijden in bepaalde tijden, zoals in de spits.
Men zou zelfs toeslagen kunnen berekenen voor een te hoog benzineverbruik.
- Naast de afstand
kunnen snelheid en rijtijden continu geregistreerd worden. Als je
aange-houden wordt is te zien dat iemand 4 uur en 12 minuten achter
elkaar gereden heeft met een gemiddelde snelheid van 130 km/u, met
uitschieters tot 200 km/u. Of iemand wordt aange-houden omdat men
ziet dat hij/zij al 6 uur achter het stuur heeft gezeten zonder te
stoppen. Men zou kunnen zien dat iemand door 5 rode stoplichten is
gereden en ga zo maar door. Controle wordt zo erg eenvoudig en is
niet meer aan fysieke aanwezigheid of aan tijd gebon-den. Met de mogelijkheid
om op basis van deze informatie boetes of heffingen op te leggen.
- Men kan ervoor
zorgen dat je in een woonwijk niet sneller kunt rijden dan 30 km/uur.
Dat is al uitgeprobeerd in Tilburg. Men kan zo ook bepalen dat je
nooit sneller dan 100 cq. 120 rijdt op de Nederlandse snelwegen en
dat je gewaarschuwd wordt als je zonder reden langzamer dan 70 of
80 km per uur rijdt.
- Men kan ook zien
of iemand te dicht op zijn of haar voorganger rijdt (of gereden heeft).
Het wordt mogelijk een auto af te remmen, waarbij rekening gehouden
wordt met de afstand tot andere auto’s. Ook kan een soort trein
gemaakt worden waarbij auto’s op een vaste afstand van hun voorganger
rijden. Als bestuurder kun je dan bijvoorbeeld de krant op internet
gaan lezen.
Het bovenstaande
is slechts een greep uit wat mogelijk wordt met deze ICT. Sommige mogelijkheden
zijn m.i. gewenst, andere minder of niet. De vraag is daarbij niet zozeer
een technologische, het gaat erom of we dit als samenleving wel willen.
Als lezer van dit
blad behoor je tot de groep mensen die het bovenstaande kan begrijpen.
Het is de vraag of er naast de 200.000 ICT’ers in Nederland veel
andere mensen zijn die dit zien en begrijpen. Mijn ervaring is dat het
er niet veel zijn. Is dat een probleem?
Soms wel en soms
niet. Het is prima als mensen kunnen kiezen om nieuwe mogelijkheden
ter beschikking te krijgen. Kijk maar eens hoeveel auto’s tegenwoordig
uitgerust zijn met een Carin/VDO Dayton-achtige routeplanning systeem.
Mensen kunnen er voor kiezen om dit te kopen en de voordelen te hebben
van routeplanning, directe verkeersinformatie en het kunnen plannen
van omwegen om de files te ontlopen. En veel mensen doen dat ook. Het
wordt echter anders als je iedere auto verplicht uit gaat rusten met
technologie zoals nu voorgesteld wordt. Het aantal mogelijkheden van
de technologie die daaraan ten grondslag ligt is haast eindeloos. Een
aantal daarvan zal zeker gewenst zijn, andere echter niet. Dat los je
niet op door de technologie haast volledig uit te kleden, zoals Pie-per
nu lijkt voor te stellen. Op die manier rijden we straks allemaal rond
met 20 GSM, UMTS, satelliet enz. gestuurde apparaten in de auto. Kijk
maar eens wat men in de transportsector al geïntroduceerd heeft.
Dit zijn m.i. problemen als onvoldoende mensen weten wat er gaat gebeuren.
Een andere punt
is dat het vreemd is dat een ministerie als Verkeer & Waterstaat
dit soort voorstellen doet. Zij stellen voor een technologie te introduceren
die veel en veel meer kan dan de kilometerheffing alleen. Met de beperkingen
die Pieper voorstelt is het de vraag of de technologie die nu geïntroduceerd
wordt ook inderdaad geschikt is of gemaakt kan worden om andere gewenste
functionaliteit te gaan bieden. Dat is ook logisch, want hoe zou Verkeer
& Waterstaat daar nu algemeen geldende uitspraken over kunnen doen?
Een goed gebruik van de juiste technologie raakt de meeste, zo niet
alle andere ministeries. Vergelijkbare technologie zou immers net zo
goed voorgesteld kunnen worden om autoleasekosten te berekenen, om sluitende
kilometerregistraties bij te houden (zoals K7) of de invloed van de
auto op de luchtvervuiling en de gezondheid vast te stellen.
De veranderingen
die deze technologie kan introduceren zal grote culturele en ethische
consequenties hebben. Het via een achterdeur introduceren zonder dat
er naar het gebruik en de behoefte gekeken wordt van al die andere functionaliteit
zal een zeer beperkte en onevenwichtige introductie opleveren. Dit lijkt
overigens heel sterk op de manier waarop zoveel ICT-projecten in de
problemen komen en gekomen zijn.
Mijn advies is om
eens goed naar de informatie architectuur van onze samenleving te kijken.
Voor dit soort zaken niet alleen in Nederland, maar in heel Europa.
Laat dit type beslissingen en voorstellen niet doen door Ministeries
die daarin het voortouw nemen, maar zorg ervoor dat er op regerings-
en parlement-niveau een goede afstemming komt rond Informatie &
Communicatie (IC). Niet rond ICT, omdat technologie alleen oplossingen
brengt. Volgens mij wordt het tijd voor een minister voor IC in de regering
die in 2002 samengesteld zal moeten worden.
Zonder de vooruitgang
tegen te willen houden is de stelling wat mij betreft juist. Je kunt
op je vingers natellen dat het op deze ondoordachte manier introduceren
van verandering de maatschappelijke vooruitgang op termijn eerder zal
stagneren dan faciliteren. We lopen al te ver achter op de rest van
de wereld om dat zomaar te laten gebeuren.