English version


Nederlandse versie

Steven's document (Nederlands)

Iedereen kan informatie van deze weblog overnemen onder de voorwaarde dat hij/zij blijft verwijzen naar deze weblog.

 

 

Januari 2011: NOiV

Ineke Schop, programmamanager van Nederland Open in Verbinding, stelde op 13 januari 2011 de volgende vraag via LinkedIn

We streven met het NOiV beleid het delen en hergebruiken van gegevens én van software na. Wat heeft het vraagstuk nodig om breder te landen?

  • Na een dikke twee jaar actief te zijn geweest zijn we alweer aanbeland in ons laatste NOiV jaar. We hebben vele doelgroepen bevraagd en zo goed mogelijk geholpen in hun streven naar meer interoperabiliteit , leveranciersonafhankelijkheid en dergelijke NOiV zaken. Maar het werk is nog maar net begonnen is ons gevoel en we zijn benieuwd naar jullie ideeën over wat verder nodig is om het vraagstuk daadwerkelijk breed te laten landen. Wat zijn de meest effectieve acties en wie moet in beweging komen? Ik besef dat het een grote vraag is en stel elk antwoord zeer op prijs !
    Deze vraag plaats ik opnieuw zodat iedereen er op kan reageren.

@ Ineke

De vraag die je stelt is een heel klein deel van de vragen die beantwoord moeten worden om de overheid beter te laten werken. Je verklaring van waar NOiV mee bezig is, zoals interoperabiliteit en leveranciersonafhankelijkheid, zou van de antwoorden op veel breder te stellen vragen een afgeleide moeten zijn. Je stelling dat het werk van NOiV net begonnen lijkt te zijn past daar ook heel goed in. Het idee kan zijn dat de vragen die je nu voor NOiV stelt niet effectief beantwoord kunnen worden als je die bredere context niet eerst vastgesteld hebt, en dat het dus een beetje vechten tegen windmolens wordt als je niet eerst zo’n basis legt. Met alle respect overigens voor waar NOiV mee bezig is, laat dat duidelijk zijn.

Hier beperk ik me dus tot je vraag “We streven met het NOiV beleid het delen en hergebruiken van gegevens én van software na. Wat heeft het vraagstuk nodig om breder te landen?”. In feite laat deze reactieve formulering van deze vraag het probleem al zien. Als ik het goed begrijp, maar corrigeer me als dat niet het geval is, is het doel, om moverende redenen, dat dezelfde software op zoveel mogelijk plaatsen binnen de overheid gebruikt gaat worden (overigens hopelijk ongeacht of het om open of gesloten source gaat, want dat is een bijkomend streven). Kennelijk gebeurt dat niet, of in ieder geval te weinig.

Het echte probleem zit in de cultuur binnen de overheid. Jaren is gepropageerd dat “1000-bloemen-moesten-kunnen-bloeien”. Daarmee werd bedoeld dat iedere mens/ambtenaar en iedere organisatie de volle creativiteit moest (kunnen) ontplooien om problemen op te lossen. En dan is de kans dat men ideeën van anderen overneemt uiterst minimaal, wat wel het not-invented-here-syndrome genoemd wordt. Wie dus zo denkt en werkt zal niet gebruiken wat anderen gedaan hebben, gewoon omdat daarmee de eigen creativiteit niet optimaal tot uiting komt.

De laatste tijd, zoals ik het heb kunnen zien en meemaken, is getracht om deze cultuur aan te passen. Een van de toverwoorden is interoperabiliteit (vgl samenwerken). De discussie rond dit begrip waaiert breed uit omdat het hier om een nogal oud IT-woord gaat dat nu in sociale systemen gebruikt zou moeten worden. Net alsof het op elkaar aansluiten van computers hetzelfde te regelen is als het samenwerken van mensen (hier vooral ambtenaren). De cultuur richting heet nu “comply,-or-explain”: pas-toe-of-leg-uit. Maar in dit polderland met een “1000-bloemen-laten-bloeien”-overheid levert dat vooral gepolder op. Dus vooral uitleggen (en over die uitleg discussiëren), en alleen toepassen als het echt niet anders kan (praktijk).

In werkelijkheid kan een informatievoorziening niet echt goed bestaan als je niet een afspraak-is-afspraak cultuur hanteert. En het vreemde is dat dit in een “uitvoerende macht” niet de normale cultuur is, want men voert immers vooral gemaakte afspraken uit. En IT is niet meer dan een communicatie kanaal via welk informatie uitgewisseld wordt. Als je dan niet aan de gemaakte afspraken over communicatie (vooral betekenis, semantiek) voldoet kan het niet werken. Daarom kunnen de huidige “referentie”architecturen ook niet goed werken, want het gaat helemaal niet in eerste instantie om de kanalen maar om de afspraken rond de communicatie zelf. En om dat weg te zetten als (IT-)principes is in feite ridicuul, vooral als je naar het grotere plaatje kijkt. Dat is ook de reden waarom de huidige invulling van open standaarden maar mondjesmaat kan werken; formaatafspraken zijn immers alleen operationeel en misschien tactisch interessant, maar geven nauwelijks richting (hoogstens inrichting).

Een duiding van dit punt zit in feite in de formulering van de vraag. Zie het woord hergebruik. In termen van software kan ik me daar nog wat bij voorstellen, want je kopieert dan computerprogramma’s van de ene omgeving naar de andere. Hergebruik van gegevens (moet dat trouwens niet vooral informatie zijn?) is vreemd. Je stelt hier immers voor om gegevens/informatie die in andere van de ongeveer 3500 organisatie hebben te gebruiken. Hoezo dan hergebruik? Gaan we die gegevens/informatie als organisatie (of zelfs als mens/ambtenaar) kopiëren en daarna zelf bijhouden? En hoe garandeer is dan dat de resp. inhoud van die bestanden niet uit elkaar gaan lopen? Zo heb je binnen de kortste keren een chaos, zie de praktijk (en niet alleen binnen de overheid). Zonder in de juridische discussie te willen vervallen: spreek over het gebruik van gegevens/informatie, niet over hergebruik. De laatste term geeft mogelijkheden die niet binnen gemaakte afspraken KUNNEN passen.

Er is dus een cultuurverandering nodig, en die is niet mis. Daarnaast is er ook nog iets anders nodig, iets dat normaal is als je het “not-invented-here-syndrome” tegenkomt. Mensen gaan dan immers argumenten verzinnen waarom ze NIET die software hoeven over te nemen, of waarom zij GEEN gebruik hoeven maken van elders beschikbare informatie. Nu is de schatting dat de overheid primair 10 (mogelijk iets meer) soorten informatie heeft (dit getal heeft overigens weinig te maken met de basisregistraties, al is dat wel een inrichting die de goede richting uitgaat). Dus 3500 organisaties die vooral (daarom: primair) dezelfde informatie hebben en bijhouden: dus invoeren, aanpassen, wijzigen, opvragen en verwijderen.
Stel nu dat je weet welke van deze primaire informatie door welke overheidsorganisatie gebruikt wordt, dan heb je in feite een lijst die, als je deze functies erop loslaat, aangeeft waar je mag verwachten dat bepaalde software ingezet zal moeten zijn. Als je dan kijkt welke software daarvoor gebruikt wordt kan je je voorstellen dat je dicht in de buurt komt van de vaststelling waar vergelijkbare software gebruikt wordt. En dus waar hergebruik van software mogelijk zou moeten kunnen zijn. Met die basis kan je proactief gaan kijken waar je software kunt inzetten cq. vervangen door vergelijkbare software.

Maar dan is wel nodig dat goed vastgesteld wordt wat de informatie van de overheid is en welke afspraken daaromheen gelden. En als je dan afspraak-is-afspraak (dit zijn nu gemiste open standaarden) volgt kan je echt gaan stroomlijnen zodat je veel beter van informatie kunt gaan voorzien terwijl de kosten, naar verwachting, extreem veel lager kunnen worden (als je het goed doet, natuurlijk). En dan spreken we nog niet over het richten van SOA, Cloud en vele andere hype discussies.

Zoals gezegd is het bovenstaande een tipje van een sluier. Ik begrijp de controverse die het bovenstaande impliceert, maar ergens moet een keer begonnen worden.

 
Uw naam:
Uw E-mail:
Uw reactie: